Volgens Bernard Dewulf in De Standaard Weekblad is dinsdag elf uur het vreselijkste uur van de week. Ik neem aan dat hij 's ochtends bedoelt, hij zegt het er niet bij. Dan wordt hij even zot in zijn kot. Daarna is het weer over.
Ik herken dat wel. Alleen vind ik dinsdag elf uur best oké. Ik ben opgestaan (kwart over acht), ik heb me gewassen en geschoren (old school elektrisch), ik heb koffie gezet en ontbeten (ergens rond negen, met de krantencommentaren op Klara), de tafel is afgeruimd, de kippen zijn gevoerd, de eieren geraapt, if any.
Misschien heb ik wat piano gespeeld, het adagio sostenuto uit de Klaviersonate in cis mineur opus 27 nr. 2 van Beethoven, de Mondscheinsonate. Ik kan dat wel spelen, maar nooit in één ruk zonder fouten. Het blijft zwoegen en zweten, trial and error, vallen en opstaan. Maar elk dozijn maten dat ik goed krijg, geeft me een berg plezier. Dat kan heel goed rond elf uur zijn op een dinsdag.
Ik vraag me af wat Bernard Dewulf uitvoert op zondagmiddag rond vier uur. Want dat is pas, met permissie, het vreselijkste uur van de week. Speciaal voor dit uur is het veldrijden uitgevonden: mannen en vrouwen die over bulten en door modder en zand ploegen, de fiets op de rug een trap op zeulen, en Michel Wuyts die al hun namen kent.
Ik weet niet wat erger is: op zondag rond vier uur op de televisie naar het veldrijden kijken, of niet kijken. In dat laatste geval is er helemaal niets te doen, maar misschien is dat net nog minder erg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten