Kerkjurist prof. dr. Rik Torfs werd door de krant De Morgen (31 januari) gevraagd een lijstje te maken van 'de vijf belangrijkste kwaliteiten van de echt slimme mens'. Op plaats twee (na 'zelfrelativering' natuurlijk) komt ambiguïteitstolerantie. Verdraagzaamheid voor wat dubbelzinnig is. Kunnen leven met twee antwoorden op dezelfde vraag. Ik heb het woord niet uitgevonden, Torfs ook niet. Ik vind het wel een mooi woord.
Te lang? Te moeilijk? Te intellectueel? Wat te denken van 'variabele compressiemotor'? Als het over kleppen en zuigers gaat, kan een woord plots niet lang genoeg zijn. (En als we zo graag tegen de intellectuelen zijn, waarom willen we dan toch dat onze kindjes naar de beste school gaan?)
De professor schuwt de meerlettergrepige woorden niet. 'Ambiguïteit betekent dat je meer variabelen kunt incalculeren. Op die manier is het zelfs, vreemd genoeg, een recept voor geluk. Als je niet met ambiguïteit kunt leven, kun je ook niet gelukkig zijn. Wie altijd alles netjes voor elkaar wil, lijdt aan een soort dwangmatigheid die het geluk in de weg staat'.
Goed zo, professor. Say it again. Voor of tegen? Eerst even nadenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten