vrijdag 11 september 2009

10 september






Waarom poten wij in ons deel van de wereld op elke bult die zich ook maar even boven het landschap verheft een kruis neer? Maken wij in streken waar zulke bulten zeldzaam zijn dan maar torenhoge bouwsels, met nog eens een toren erop, en daar bovenop: een kruis? Bij Aix-en-Provence, vlakbij het plaatsje Beaurecueil, in de Montagne Sainte-Victoire, staat la Croix de Provence, 940 meter boven de Middellandse Zeespiegel. Een potig smeedijzeren kruis op een hoge stenen sokkel.
En als ik dan toch een wandeling maak, waarom kies ik dan die die naar dat kruis loopt? En als ik dan toch boven op de berg sta, en ik maak er wat foto’s, waarom ook een van la Croix de Provence? Al heb ik er onderweg al drie of vier gemaakt, foto’s van de naderende top, met telkens dat kruis steeds groter erop? Het is al goed dat ik niet met de zelfontspanner overweg kan, of ik had nog een foto gemaakt waar het kruis en ikzelf samen op stonden, ten bewijze van mijn volbrachte kruistocht. Hoeveel volle aflaten zou dat zijn?

Inmiddels gelezen, van Khaled Hosseini: De vliegeraar (The Kite Runner), een aangrijpend, kunstig opgebouwd, net iets te lang boek over het verdriet van de Afghanen, waarin Baba tegen zijn zoontje Amir zegt wat hij van de mullahs denkt: ‘Pis op de baard van al die intolerante apen’. Dat was voor de intocht van de Talibs. De moeizame omgang van Baba met Amir, en van Amir met Baba, vond ik het mooiste in De vliegeraar. Wat is dat toch met die vaders en zonen?

(Met dank aan V)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten