Als de volle maan boven de bult van
Sète staat, welt in mij een onstuitbare drang op om daar een foto
van te maken. En nog een met wat zoom, en nog een met nog wat meer
zoom. Dat zal wel niet ongewoon zijn, zeker nu foto's maken geen geld
meer kost. Men klikt en kiekt er op los, slaat des avonds al het
moois in de computer op, laat het nog even aan zijn dichtstbije
levensgezellen zien, en bekijkt het vervolgens nooit meer. Zodat het volgende jaar, als ik weer eens naar Sète kijk, en de maan is
vol en gaat boven de bult staan die eigenlijk Mont Saint Clair heet,
de onstuitbare drang zijn werk doet, en mijn verzameling
Sète-bij-volle-maanfoto's nog wat groter wordt. Het is de drang om
iets moois in een doosje te vangen en mee naar huis te nemen. Dat
gaat niet.
Zoals die aardige zwart-en-rode
kevertjes, vuurwantsen denk
ik (pyrrhocoris apterus). Je zet ze thuis in de tuin
uit, een week later zijn ze weg of dood. Zoals een fles Picpoul de Pinet of Gris de Gris of Muscat de
Frontignan, omdat dat hier zo prachtig smaakt, en dan schenk je later
thuis een glas uit die fles uit en je nipt en je zegt: lekker! maar
je denkt: volgende keer toch maar een pintje. Of een Orval, als het
regent en vroeg donker wordt, en als je er nog een kunt vinden.
![]() |
2011 |
goed bezig Lieven, De Picpoul staat hier ook op tafel
BeantwoordenVerwijderenBlij dat te horen. Laat het je smaken, santé, groetjes & tot later!
Verwijderen