Vandaag
mijn vierduizendhonderzesentachtigste fotonegatief gescand, van een
Fuji APS-rolletje met veertig opnames.
Dat Advanced
Photo System,
toen
een relatieve nieuwigheid, werd even later door de digitale revolutie
opgepeuzeld.
Toen
is 1998, het jaar dat ik voor het eerst in een vliegtuig stapte, in
Deurne, voor een vlucht naar Schiphol. Vandaar vlogen mijn gade en ik
naar Bangkok, en later naar Taipei. De reis werd gesponsord door het
Taiwan
Fund,
waarin gul was gestort op het feest van onze gezamenlijke honderdste
verjaardag.
Zo'n
APS filmrolletje zit na gebruik in een plastic cassette die je met
bruut geweld moet openwrikken, zoals een oester, en binnen vind je
dan de ontwikkelde negatieven, amper 24 millimeter breed. Ik bedoel,
er komt nogal wat prutswerk aan dat scannen te pas.
Op
de vierduizendhonderzesentachtigste foto zijn drie bootjes te zien
voor de kust van een Thais eiland waar ik de naam al lang van
vergeten ben. Herinneringen vervagen, even zeer zoniet sneller dan de
kleuren van de foto zelf, die er ook na enig geknoei met de pas
aan- en
verbeterfuncties
nog altijd vrij flets uit zien.
![]() |
Klik om te vergroten |
Maar
zie: als ik de foto's lang genoeg bekijk, nadat ze ook de
snij-bijfunctie
gepasseerd
zijn, dan komen de kleuren terug, ze lichten op in mijn hoofd,
spatten open als vuurwerk op ouwejaar, en ook de herinneringen: daar
loop ik weer op het hete zand van Koh Pha Ngan. Straks ga ik snorkelen
in de zee, en deerlijk mijn rug verbranden, want ik
weet nog niet dat de zon ook onder water schijnt - ik ben ook pas vijftig.
(Met
eeuwige dank aan L & A en de milde donoren van het Taiwan
Fund)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten