zondag 11 december 2016

10 december


Vandaag mijn vierduizendhonderzesentachtigste fotonegatief gescand, van een Fuji APS-rolletje met veertig opnames. Dat Advanced Photo System, toen een relatieve nieuwigheid, werd even later door de digitale revolutie opgepeuzeld.

Toen is 1998, het jaar dat ik voor het eerst in een vliegtuig stapte, in Deurne, voor een vlucht naar Schiphol. Vandaar vlogen mijn gade en ik naar Bangkok, en later naar Taipei. De reis werd gesponsord door het Taiwan Fund, waarin gul was gestort op het feest van onze gezamenlijke honderdste verjaardag.

Zo'n APS filmrolletje zit na gebruik in een plastic cassette die je met bruut geweld moet openwrikken, zoals een oester, en binnen vind je dan de ontwikkelde negatieven, amper 24 millimeter breed. Ik bedoel, er komt nogal wat prutswerk aan dat scannen te pas.

Op de vierduizendhonderzesentachtigste foto zijn drie bootjes te zien voor de kust van een Thais eiland waar ik de naam al lang van vergeten ben. Herinneringen vervagen, even zeer zoniet sneller dan de kleuren van de foto zelf, die er ook na enig geknoei met de pas aan- en verbeterfuncties nog altijd vrij flets uit zien. 
 
Klik om te vergroten

Maar zie: als ik de foto's lang genoeg bekijk, nadat ze ook de snij-bijfunctie gepasseerd zijn, dan komen de kleuren terug, ze lichten op in mijn hoofd, spatten open als vuurwerk op ouwejaar, en ook de herinneringen: daar loop ik weer op het hete zand van Koh Pha Ngan. Straks ga ik snorkelen in de zee, en deerlijk mijn rug verbranden, want ik weet nog niet dat de zon ook onder water schijnt - ik ben ook pas vijftig.

(Met eeuwige dank aan L & A en de milde donoren van het Taiwan Fund)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten