Laatst
stond ik in Rome voor de Trevifontein. Gelukkig is die heel groot,
anders had ik de fontein niet te zien gekregen, door de massa mensen
die er ook voor stond. De meeste bezoekers willen een foto nemen. Dat
kan op twee manieren. Traditionalisten, onder wie ikzelf, richten hun
fototoestel naar de fontein en drukken af. Sommige, waar ik niet bij
hoor, willen iemand mee op de foto. Het object krijgt een plaatsje
tussen de fontein en het toestel. De fotograaf drukt af. Andere,
waar ik ook niet bij hoor, willen zelf ook op de foto. Ze
vragen iemand om hen voor de fontein te fotograferen. Weer andere
willen samen met iemand op de foto. Ze spreken een
voorbijganger aan. Grazie!, klinkt het na afloop, ook al is de
kans reƫel dat de voorbijganger een Koreaan is of een Senegalees.
Dat is allemaal oude school. De fotograaf van de nieuwe school gaat
met zijn rug naar de fontein staan, steekt zijn telefoon vooruit, en
drukt af. Mensen uit de entourage, als ze maar dicht genoeg tegen de
fotograaf aanschurken, mogen er ook op. Als zijn arm te kort is,
monteert de fotograaf zijn telefoon op een uitschuifbare stok, en
steekt die voor zich uit, weg van de fontein. Pijnlijk wordt het, als
nieuwe en oude school elkaar voor de voeten lopen. Zo wil ik een foto
van de fontein, maar voor me staat een dame met zo'n stok. Ze steekt
hem dreigend naar me uit, de telefoon raakt net mijn neus niet, en
grijnslacht ondertussen breed, voor haar foto. Mij rest geen andere
optie, dan de dame met stok en al te fotograferen, in de hoop dat
achter haar toch een stukje van de fontein te zien zal zijn. De
bezoeker van Rome kan ik adviseren de Trevifontein over te
slaan. Hij is als Manneke Pis, alleen groter. Wil men toch
een foto: er bestaan heel kunstige ansichtkaartjes, professioneler
van kadrering en belichting dan de gemiddelde toerist zoals ikzelf ze
kan maken, en er staat niemand in de weg.
![]() |
Klik om te vergroten |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten