maandag 25 november 2019

24 november


Yet, like all men who are preoccupied with their own broadness, he was exceptionally narrow.
(En toch, zoals alle mannen die zo graag breeddenkend zijn, was hij uitzonderlijk eng van geest. )

He is Harold Piper, de sullige echtgenoot van Evelyn uit The cut-glass bowl van F. Scott Fitzgerald, geschreven in 1919.

De zin intrigeerde me toen ik hem zag, heel in het begin van het verhaal, toen ik nog geen idee had wat er te gebeuren stond, en welke rol de glazen kom erin zou spelen. De zoveelste variant van een Grieks drama - je weet van meet af aan: dit komt niet goed.

Een afgewezen minnaar geeft de bowl van geslepen glas aan zijn geliefde als huwelijkscadeau. Ik geef je iets, zegt hij, dat net zo hard is als jij, en net zo mooi en zo leeg en waar je net zo makkelijk doorheen kunt kijken. Ze is er nog mee ingenomen ook, ze zet de enorme kom op een prominente plek in haar huis, en je denkt: o nee.

Maar dat is niet de reden waarom de zin is blijven hangen. Een goed gebouwde zin, de lange aanloop naar het misleidende broadness, het bruuske komaf met narrow. Waarom klinkt hij vertrouwd? Het is de structuur: Ik ben een verdraagzame man, maar... Alleen is hier de aanloop kort, de broadness is snel afgewerkt. Het is de narrowness die breed wordt uitgesponnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten