dinsdag 13 oktober 2020

12 oktober

'Kom, we gaan buiten zitten. De zon schijnt.' Ik haal de vouwstoelen uit de garage, we installeren ons op het terras. 'Kom, we gaan binnen zitten. Het regent.' Logisch, we zijn tenslotte oktober. Twintig twintig, om precies te zijn. Dus zetten we allemaal een masker op. Alle drie, om precies te zijn. Mijn gade en ik zitten naast elkaar op de lange sofa, in het verste hoekje. Onze gast zit in de tweezitter, aan de andere kant, in het andere verste hoekje. We keuvelen over koetjes en kalfjes. Kitesurfen. Airbnb. Het station Liège-Guillemins. Zonnepanelen. Hybride auto's. Studenten. Scholieren. Dan, als een zwart gat dat het ook is, zuigt het virus ons gesprek naar zich toe. Alles verdwijnt erin, weg. Hoe kom je daar weer uit? 'Ik stap maar eens op,' zegt onze gast. En dan loopt hij op weg naar buiten voorbij onze muziekinstallatie. Stereoketen, zegden we vroeger. Stereotoren, toe maar. 'De platendraaier draait,' zegt onze gast. Pick-up, zegden we vroeger. Dat hadden we niet gezien. Het valt niet uit te sluiten, dat onze platendraaier al weken, zo niet maanden staat te draaien. Onhoorbaar, onopvallend de soundtrack spelend bij dit onwerkelijke jaar - the sound of silence. Alleen onze gast heeft het gezien, met zijn meer dan geoefende oog. We lopen nog mee tot op straat, mijn gade en ik, we zwaaien hem uit. We missen hem al. Dan gaan we weer naar binnen, waar het veilig is, en stil.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten