woensdag 7 oktober 2020

6 oktober

Nee, die stapt net op z'n fiets. Net van 'r fiets af. Die is een ijsje aan 't likken. Neemt een slok van haar flesje. Die daar rookt een sigaret. Hier gaat er een net zitten aan een tafeltje. Die twee zijn vast nog geen twaalf.

Zo loop ik door de winkelstraat van mijn stad S, en monster uit mijn wantrouwige ooghoeken het maskergedrag van mijn medeburgers.

Ik zeg masker, niet mondkapje, omdat je geacht wordt niet alleen je mond, maar ook je neus te bedekken, wat menige medeburger per ongeluk, of omdat dat beter uitkomt, nalaat te doen.

Het is wachten tot ik weer eens gewoon op straat kan lopen, tussen allemaal ongemaskerde mensen, zelf gretig in- en uitademend, al eens ongeremd hoestend of niezend, zonder die ellendige jeuk aan m'n neus, en met een helder uitzicht, nu eindelijk mijn brillenglazen niet meer beslaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten