vrijdag 23 oktober 2020

23 oktober

Ze zitten naast elkaar op de achterbank, keurig gemaskerd. Ik zelf zit voorin, waar ook het stuur is, ook met een masker voor. Ik heb for good measure nog mijn zijraampje opengedraaid. Ik ben namelijk, maar dit is echt totaal naast de kwestie, eigenaar van een auto waarvan de zijraampjes nog met een zwengel worden bediend.

De stoel rechts van mij is leeg. Dat is goed. Iemand die er zat, neem nu minister Vandenbroucke van Volksgezondheid, zou mij mogelijk streng terechtwijzen wegens het mengen van generaties. Vermijd contacten, zou Frank mij onverbloemd laten weten, zoals hij dat zo goed kan. Wilt u dat ik u de waarheid vertel of praatjes? zegt hij dan bijvoorbeeld, of nog: In dit land is niemand de baas. Het zal van Jean-Luc Dehaene geleden zijn dat een politicus van enige betekenis nog eens zo klaar uit de hoek kwam.

Maar nu ben ik wel heel ver afgeweken van mijn ritje naar huis, waar we nog een flink eindje nagekeuveld hebben, mijn gade, de twee tieners en ik, bij een glaasje fris plat water, buiten, op het terras, in de zon, en ja, ja, Frank, 't is goed, ruim twee meter van elkaar. Ja Frank, met ons masker. 

Daarmee is dit stukje af, maar het nog eens nalezend, word ik als Saulus op zijn paard op weg naar Damascus getroffen door die inslaande zin: In dit land is niemand de baas. En ik denk: zo slecht is het hier ook weer niet. 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten