zondag 13 december 2020

12 december

Soms valt er weinig te zeggen. Vaker nog minder. Niet zelden niets. Er valt niets te zeggen. In het beste geval valt het niet op, bij gebrek aan iemand die het zou moeten horen. Er is niemand, in het slechtste geval. Of er is wel iemand, die het weinige dat er te zeggen valt al te vaak heeft gehoord. Goed, goed, zegt deze voltijdse toehoorder. Dat heb je al gezegd. Dat heb je al meer dan een keer gezegd. Dat heb je nu al drie keer gezegd. Zeg nu eens iets anders. Iets nieuws. Iets vrolijks, als het kan. Maar vrolijks valt er helemaal niets te zeggen. De aanvoer van tot vrolijkheid stemmende prikkels is gaandeweg jammerlijk opgedroogd. Dan gaat het niet over herhalingen van FC De Kampioenen. Het gaat over echte, zich in een levende wereld, offline in real time aandienende prikkels, zoals het onverwacht weerzien van een oude copain in de Koek en Ei. Een verjaardagspartijtje waar iedereen iedereen zoent, dichte familie tot drie keer toe. Kleinkinderen aan het ontbijt. Een vrouw in de rij voor de kassa die breed glimlacht terwijl ze je voor laat gaan omdat je alleen maar een potje yoghurt gekocht hebt. Je hebt het in je handen, het ligt natuurlijk niet in een winkelkar, waarom zou je voor een potje yoghurt een kar gebruiken? En je ziet dat de vrouw breed glimlacht, je ziet haar stralend witte gebit en het rood van haar tandvlees, want ze heeft geen masker voor. Wie gaat nu gemaskerd winkelen, of legt één potje yoghurt in een winkelkarretje? Het lijkt een grap. Maar tot vrolijkheid stemt hij niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten