dinsdag 27 april 2010

27 april

Ik zou het geen blunder noemen, dat kaartje van TF1, maar wat in het Engels een eye opener heet. Het maakt namelijk niets uit hoe het lapje grond heet waar de meesten van ons volkomen per toeval terechtgekomen zijn, d.w.z. per geboorte, een gebeuren dat buiten onze wil en medeweten is gepland (of zelfs niet) en tot uitvoering gebracht.

Als dit kaartje klopt, ben ik in la Wallonie geboren en opgegroeid, en woon ik er nog steeds. Et alors? Ik spreek Frans, zoals iedereen hier, en ook de lui van la France dieper in het zuiden. Die van la Flandre daartussenin spreken iets anders.

Ook dat maakt niets uit: we kopen allemaal bij Aldi en poetsen 's ochtends keurig onze tanden. Als we met elkaar willen praten en het gaat niet, kopen we een boekje Nederlands op reis of Le Français sans peine. Dat doen we in Thailand ook. Ik bedoel Thai Phrasebook and Dictionary, van Berlitz.

In Thailand maken ze zich nooit druk om de taal die de mensen spreken, zolang hun hemdje of hun blouse maar de juiste kleur heeft. Dat laatste vinden wij dan weer belachelijk, bij ons in la Wallonie.

dinsdag 20 april 2010

20 april (bis)

Vandaag was ik nog maar eens bij de tandarts. Dat was dan de vierde keer dit jaar. In die tijd heeft de man meer met zijn vingers in mijn mond gezeten dan ik in mijn hele leven. Pas op, ik klaag daar niet over. Ik ben blij dat hij dat wil doen, met zoveel geestdrift en vakkennis. En dat hij niet de hele tijd leutert. Een tandarts is geen coiffeur. En als hij dan toch eens wat zegt, dat hij dat dan in nauwelijks verholen West-Vlaams doet. 'Doe nog ekki een bitj'open', zegt hij dan.

20 april

The unhinged. Zo noemen ze in het Engels alle zwalpers bij wie een steek los zit. Meestal zijn ze onschuldig, maar je kunt toch beter oppassen met wat je tegen ze zegt. Voor je het weet kopen ze springstoffen en blazen ze een gebouw op, zoals in Oklahoma City vijftien jaar geleden.

Ik zag het woordje vandaag weer dank zij Bill Clinton. Ook de waarschuwing is van hem:

'As we exercise the right to advocate our views, and as we animate our supporters, we must all assume responsibility for our words and actions before they enter a vast echo chamber and reach those both serious and delirious, connected and unhinged.'

(Als we ons recht uitoefenen om voor onze mening op te komen, en onze aanhangers aanporren, moeten we allemaal de verantwoordelijkheid opnemen voor onze woorden en daden voor ze in een enorme echokamer terechtkomen waar ze de serieuze lieden bereiken maar ook de gekken, de stabiele mensen maar ook de warhoofden.)

Clinton maakt zich als velen ongerust over de toenemende radicalisering in de VS, over het groeiend aantal groepjes van losgeslagen nutters, die gretig teren op allerlei geschifte samenzweringstheorieën op het internet maar ook in de pers en op de televisie. Denk twee keer na voor je je grote bek opentrekt. De gekken luisteren mee.

Ik mis hem nog altijd, Bill.


http://www.guardian.co.uk/world/2010/apr/19/bill-clinton-political-commentators-rhetoric


maandag 19 april 2010

19 april

'Mijn grote troef is mijn onwaarschijnlijk brede belangstelling, denk ik'.

De uitspraak is van Showbizz Bart. Ze doet me denken aan wat iemand anders laatst zei: 'Bescheidenheid siert'. Dat vond ik ook, maar het was wel raar dat hij het over zichzelf had.

Stommiteiten horen is OK, ze moeten lezen in een 'kwaliteitskrant' is dat niet. Ik heb het over Zeno, de bijlage bij De Morgen van zaterdag 17 april. Twee pagina's over Bart Peeters en Showbizz Bart.

Dat gaat zo: Bart Peeters presenteert een televisieprogramma dat Mag ik u kussen? heet. Vraag me niet hoe het werkt, maar Peeters zegt dat het 'een commedyprogramma vermomd als datingprogramma' is. Het kan nooit erger zijn dan het klinkt.

Het zou een goed idee zijn om eens een homo op te voeren, vond Peeters, maar 'het moest wel een leuk, goed homoseksueel rolmodel zijn'. Dus Showbizz Bart maar. Volgende keer is vast een leuk, goed heteroseksueel rolmodel aan de beurt. Bekend van radio en televisie, maar dat spreekt vanzelf.

'Ik vond het heel tof om te doen', zegt Showbizz Bart gevat. En verder: 'Ik wil niet alleen maar de homo zijn. (...) Maar ik bén homo, daar maak ik geen geheim van. En als ik daardoor in een fijn kader dingen kan doen waar ik plezier in heb, waarom niet?'

Waarom niet, twee volle pagina's lang. Omdat we in een kwaliteitskrant zitten, mogen er ook diepere vragen gesteld worden. 'Geloven jullie in leven na de dood?' Antwoorden: 'Ik geloof wel dat er nog iets komt' (BP) en 'Ik weet niet of er nog iets is na de dood' (SB).

Ja zeg, als ik flauwekul op de televisie wil zien, zal ik wel kijken, maar wil men de flauwekul van de televisie alstublieft uit mijn krant houden?


donderdag 15 april 2010

15 april

In zo'n vliegtuig ben ik nooit op mijn gemak. Als het opstijgt zit ik te luisteren naar het gehuil van de motoren en verwacht ik dat ze elk moment uitvallen. Dat lijkt me ook normaal: zo'n loodzwaar tuig steil de lucht in duwen is tegen de natuurwetten.

Landen is nog erger. Landen is vallen, en veel moet er niet gebeuren om tegen de grond te smakken in plaats van keurig op de wieltjes neer te komen. Zelfs dan gaat het nog met een rotvaart en er moet nog op tijd geremd worden.

Het minst enge deel is nog dat waar je gewoon in de lucht hangt en vooruit gaat, maar dat duurt dan weer zo lang dat er tijd zat is voor steeds nieuwe doemscenario's in mijn bange hoofd. Er kan een motor afbreken, of een hele vleugel, of er kan een bom aan boord zijn, of misschien is de piloot depressief. Ik noem maar wat.

Vaak heb ik me afgevraagd: wat zal de piloot zeggen over de intercom als het zover is? Het antwoord staat vandaag in de online Guardian. Het is een stukje dat uitlegt waarom vliegtuigen beter niet door aswolken vliegen zoals die van de vulkaan onder de IJslandse Eyjafjallajokull-gletsjer. Het stof is zo fijn dat het in de motoren doordringt en daar de bewegende delen blokkeert.

Dat is al eens gebeurd toen een Boeing 747 van British Airways door een aswolk vloog van de Galunggung-vulkaan in Indonesië. Alle vier de motoren vielen uit, en het vliegtuig dook van 11 tot 4 kilometer hoogte voor de bemanning de motoren weer in gang kreeg, net op tijd voor de noodlanding. Maar wat was de vraag weer?

Ladies and gentlemen, this is your captain speaking. We have a small problem. All four engines have stopped. We are doing our damnedest to get them under control. I trust you are not in too much distress."

Dat zei de gezagvoerder van vlucht BA 009 in 1982, op 24 juni. Alles liep goed af, maar toch blij dat ik er niet bij was.

http://www.guardian.co.uk/science/2010/apr/15/volcanic-ash-bad-for-planes


woensdag 14 april 2010

14 april

Vandaag weer op bezoek bij de tandarts. In de wachtkamer lees ik in Lustrum, het tweede boek van Robert Harris over leven en werken van Marcus Tullius Cicero. Ik ben net begonnen aan hoofdstuk XIV.

'Rond het midden van maart kwam Hortensius Cicero opzoeken. Hij had Catulus meegebracht, en toen de oude patriciër naar binnen kwam schuifelen, zag hij er meer dan ooit als een schildpad uit zonder haar schild. Catulus had nog maar pas zijn laatste kies laten trekken, en door de wonde van de extractie, de lange maanden van pijn die eraan vooraf waren gegaan en de vervorming van zijn mond zag hij er precies de zestig jaar uit die hij was. '

Dan komt de assistente de wachtkamer binnen. 'Uw beurt, mijnheer', zegt ze, en ik schuifel achter haar aan.

maandag 12 april 2010

12 april

'De enkels moeten bedekt zijn'. Dus toch sharia. Maar nee, het is Etienne Schouppe maar, die sinds hij de treinen moest laten weer opgevist is als Staatssecretaris van Mobiliteit, ook iets op wielen.

Etienne wil de wegcode herschrijven, maar omdat dat lang duurt geeft hij vast een paar primeurtjes weg. Wie zich per motorfiets boven 50 cc wil verplaatsen moet dat tegen de zomer in een lange broek doen, en met handschoenen, en in lange mouwen, en met hoge schoenen. Het zal best een wijze maatregel zijn, geheel volgens het voorzorgsbeginsel.

Als ik op een smoorhete julidag mijn krantje haal in korte broek en T-shirt pak ik de auto wel, raampje naar beneden, zolang dat mag. Mijn scooter blijft in de garage, wachtend op de winter.

zondag 4 april 2010

4 april

Wat een groot goed is toch de vrije meningsuiting. Dat weet ik nog maar pas, want ik was daar niet zo mee bezig. Nu helaas is er aan het hebben van een mening over de vrije meningsuiting geen ontkomen meer.

Vooruit maar. Enerzijds, alles moet gezegd kunnen worden. Dat is gezond en vrij. Wie er niet tegen kan, moet maar terugschreeuwen, dat kan namelijk ook. Is dat niet prachtig, zo'n open samenleving waar iedereen ronduit zijn zeg mag doen? Wie zijn woorden wikt om de toehoorder niet te schofferen, doet aan zelfcensuur. Censuur! Het woord alleen al.

Anderzijds, de vrije meningsuiting kan best met enige terughoudendheid beoefend worden. Men zegt wat men denkt, maar niet altijd alles wat men denkt. Men doet het beleefd, men ontziet een beetje de gevoeligheden van de luisteraar. Men houdt zich wat in. Dat iemand hun behangpapier bespottelijk vindt, of hun adoratie voor Bart De Wever, dat horen de mensen niet graag.

Zelfcensuur? Jazeker, we doen dat elke dag. Wie heeft geen waardeloze tante of aangetrouwde achterneef in de familie, waar op trouwdiners of uitvaartkoffietafels toch mee geconverseerd moet worden? Het is behoedzaam stappen, vaak. Vrije meningsuiting, bij de baas op z'n bureau is dat vlug gedaan.

Tactvol van mening verschillen is een levenskunst. Tactisch zwijgen ook. Ik weet het, de tegenpartij moet meewillen, niet direct in de gordijnen kruipen als er een grapje valt over de profeet, of over Geert Bourgeois. Het is niet gemakkelijk, maar moeilijk gaat ook.

vrijdag 2 april 2010

2 april

Een beetje voor Pasen voltrekt zich hier een ritueel met een vrij groot kerstgehalte. In plaats van mijn zolder op te klimmen, waar de ballen en de lampjes liggen, ga ik mijn garage in. Daar staan in twee plastic bakjes op een ijzeren rek vier middelgrote jampotten met inmiddels flink roestige dekseltjes. In de potten zit een kleurenbad, dat ik jaren geleden gemaakt heb met water, een scheutje azijn en een zakje poeder, ik geloof uit Wibra. Volgens de instructies op de zakjes was het poeder bedoeld voor eenmalig gebruik, maar dat was zonder mijn West-Vlaamse roots gerekend. Het minste wat je kunt doen, nadat de paaseitjes glimmend rood, geel, groen en blauw zijn gemaakt, is de kleurstof weer in de potjes doen, en een jaar later eens proberen of het misschien toch nog werkt. En als dat zo is, het jaar daarop nog maar eens. De hoeveelste keer vandaag was kan ik niet zeggen, ik ben de tel kwijtgeraakt. Niet van de eitjes: tweeëntwintig. Dat is meer dan de laatste jaren, maar er zijn ook meer kleinkindjes in het land die ze zondag moeten zoeken.