Een beetje voor Pasen voltrekt zich hier een ritueel met een vrij groot kerstgehalte. In plaats van mijn zolder op te klimmen, waar de ballen en de lampjes liggen, ga ik mijn garage in. Daar staan in twee plastic bakjes op een ijzeren rek vier middelgrote jampotten met inmiddels flink roestige dekseltjes. In de potten zit een kleurenbad, dat ik jaren geleden gemaakt heb met water, een scheutje azijn en een zakje poeder, ik geloof uit Wibra. Volgens de instructies op de zakjes was het poeder bedoeld voor eenmalig gebruik, maar dat was zonder mijn West-Vlaamse roots gerekend. Het minste wat je kunt doen, nadat de paaseitjes glimmend rood, geel, groen en blauw zijn gemaakt, is de kleurstof weer in de potjes doen, en een jaar later eens proberen of het misschien toch nog werkt. En als dat zo is, het jaar daarop nog maar eens. De hoeveelste keer vandaag was kan ik niet zeggen, ik ben de tel kwijtgeraakt. Niet van de eitjes: tweeëntwintig. Dat is meer dan de laatste jaren, maar er zijn ook meer kleinkindjes in het land die ze zondag moeten zoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten