Wat een groot goed is toch de vrije meningsuiting. Dat weet ik nog maar pas, want ik was daar niet zo mee bezig. Nu helaas is er aan het hebben van een mening over de vrije meningsuiting geen ontkomen meer.
Vooruit maar. Enerzijds, alles moet gezegd kunnen worden. Dat is gezond en vrij. Wie er niet tegen kan, moet maar terugschreeuwen, dat kan namelijk ook. Is dat niet prachtig, zo'n open samenleving waar iedereen ronduit zijn zeg mag doen? Wie zijn woorden wikt om de toehoorder niet te schofferen, doet aan zelfcensuur. Censuur! Het woord alleen al.
Anderzijds, de vrije meningsuiting kan best met enige terughoudendheid beoefend worden. Men zegt wat men denkt, maar niet altijd alles wat men denkt. Men doet het beleefd, men ontziet een beetje de gevoeligheden van de luisteraar. Men houdt zich wat in. Dat iemand hun behangpapier bespottelijk vindt, of hun adoratie voor Bart De Wever, dat horen de mensen niet graag.
Zelfcensuur? Jazeker, we doen dat elke dag. Wie heeft geen waardeloze tante of aangetrouwde achterneef in de familie, waar op trouwdiners of uitvaartkoffietafels toch mee geconverseerd moet worden? Het is behoedzaam stappen, vaak. Vrije meningsuiting, bij de baas op z'n bureau is dat vlug gedaan.
Tactvol van mening verschillen is een levenskunst. Tactisch zwijgen ook. Ik weet het, de tegenpartij moet meewillen, niet direct in de gordijnen kruipen als er een grapje valt over de profeet, of over Geert Bourgeois. Het is niet gemakkelijk, maar moeilijk gaat ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten