dinsdag 3 mei 2011

3 mei


Wie een boek voor de derde keer leest is misschien (A) gierig, of misschien (B) vergeetachtig, of mogelijk (C) zo dement dat hij zich niet herinnert het boek (of enig ander boek) ooit eerder gelezen te hebben. Dat laatste is gelukkig nog niet mijn geval: ik weet heel zeker dat ik The selfish gene al twee keer uit heb.

De eerste keer vond ik het prachtig, weet ik ook nog, maar ik begreep er niet veel van. Dus las ik het opnieuw, en markeerde allerlei belangwekkende zinnetjes met een groene markeerstift, want ik was niet langer aan het lezen, ik was aan het studeren.

Ik verstond toen min of meer waar het over ging, maar later vergat ik het weer, ik ben een beetje (B). Dus ben ik nog maar eens aan The selfish gene begonnen, ik wil nu eindelijk wel eens voor goed weten hoe dat gaat met die genen en die chromosomen en die aminozuren.

Dit keer heb ik een oranje markeerstift, en daar merk ik zinnetjes mee die bij de vorige lezing niet merkwaardig genoeg waren om groen te worden gemaakt. Nu een wetenschapper word ik nooit, en ik merk dat de uitspraken die ik oranje kleur veeleer onwetenschappelijk zijn.

Dat waren vaak ook al de zinnen die ik eerder groen maakte, zoals het onvergetelijke Incidentally, there is of course no 'architect' of What is the good of sex? Nu kom ik weer nieuwe pareltjes tegen: (...) there is even a small worm that preserves genes in German beer mats en Of course they march on. That is their business. 'They' zijn vanzelfsprekend de genen, maar ik hoor vooral de stem weer van mijn moeder. We moeten vooruit, zegt mijn moeder. En zo is het.

Richard Dawkins, The selfish gene

Geen opmerkingen:

Een reactie posten