Hoe gaat het in België? vraagt mij al eens een buitenlander. Ik haast me te antwoorden dat ik het niet weet, een leugentje om bestwil. Het gaat slecht in België.
De mensen worden er met de dag meer tegen elkaar opgejut: zij en wij, hun en ons - de streep ertussen, die altijd veeleer vaag was en goedmoedig, is scherp geworden als een mes. Het buikgevoel regeert, verduistert de zon als een wolk van roetdeeltjes, als een natte, nog nooit gewassen vlag.
Twijfelachtige advocaten voeren het hoge woord, narcisten van de televisie. Tribunen ambiëren de leiding van het land, wiens snelle verdamping zij betrachten. Is dat geen hoogverraad? Is dat geen Belgenmop? O nu niet, niet nu meteen, dat is nu niet aan de orde: vals gelispel ook nog.
Het woord België is nog een kort en kwijnend nabestaan gegund, als spotnaam, als term van misprijzen, als marketinglabel van chocola en trappistenbier. Het land België? Ik vrees dat het al weg is.
De mensen worden er met de dag meer tegen elkaar opgejut: zij en wij, hun en ons - de streep ertussen, die altijd veeleer vaag was en goedmoedig, is scherp geworden als een mes. Het buikgevoel regeert, verduistert de zon als een wolk van roetdeeltjes, als een natte, nog nooit gewassen vlag.
Twijfelachtige advocaten voeren het hoge woord, narcisten van de televisie. Tribunen ambiëren de leiding van het land, wiens snelle verdamping zij betrachten. Is dat geen hoogverraad? Is dat geen Belgenmop? O nu niet, niet nu meteen, dat is nu niet aan de orde: vals gelispel ook nog.
Het woord België is nog een kort en kwijnend nabestaan gegund, als spotnaam, als term van misprijzen, als marketinglabel van chocola en trappistenbier. Het land België? Ik vrees dat het al weg is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten