maandag 17 oktober 2011

17 oktober


Ik heb de Honda Dream even aan de kant gezet om uit te zoeken waar ik ben. De weg kwijt zijn is de default modus waarin ik de laatste dagen opereer, het aan de kant zetten van de Dream om hem terug te zoeken een routineuze bezigheid. Het moet wel links van de weg gebeuren, de kant die de Thais gebruiken waar bij ons alleen de andere mensen rijden.

Ik bof: pal voor mij staat een potige Wat, die vooral hierin van onze gebedhuizen verschilt dat het er vrolijk is, er mag hardop gelachen worden en natuurlijk ook gegeten, eten is in Thailand ook een default modus.
Ik bof nog meer: de naam staat er onder de sierlijke Thaise krullen ook in onze letters bij. Mijn wat heet Wat Pratuthongpuen.

 

Ik heb net met de hulp van de wat op mijn stadsplannetje gevonden hoe ik naar mijn guest house moet rijden, of er komt een aardig jong meisje op haar eigen Honda Dream naar me toe (Thais bewegen zich alleen in zeer grote nood te voet voort) en vraagt waar ik naar toe moet.

Ik zeg het haar, en stel haar meteen gerust dat ik het wel kan vinden.
Ze wil weten waar ik vandaan kom.
Spreekt ze Engels?
Ze laat duim en wijsvinger zien, heel dicht bij elkaar.
A little bit, zegt ze. En dan zegt ze: Follow, I show you.

Voor ik kan protesteren is ze al vertrokken, in haar spiegeltje kijkend of ik volg. Ze loodst me vlot en gracieus door het middagverkeer van Lampang naar mijn verblijf. Ik dank haar en wil haar iets geven, maar daar wil ze niets van horen. Ze steekt haar hand uit en schudt de mijne, zeer on-Thais en ook nog onverwacht stevig. Dan is ze al weer weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten