Niemand
wordt graag uitgelachen, nog minder en
plein public,
luid en honend en zonder stoppen. Het overkwam me op het strand waar
ik lui in de zon lag, toen zonder enige aanleiding het gelach een
aanvang nam, en niet meer ophield. Ik was behoorlijk op mijn pik
getrapt, ook nog nadat ik had vastgesteld dat de lacher een meeuw
was, die ergens achter me door de lucht wiekte. Inmiddels weet ik dat
het ging om larus
ridibundus
of de mouette
rieuse.
Dat heb ik van een bord op de oever van de Etang de Gruissan. Sa
tête brun chocolat au printemps devient prèsque blanche en hiver,
zegt
het bord, en ook:
Son cri, qui ressemble à un rire, lui a valu son nom. Oké,
't is al goed, lach dan maar, mouette.
die kleine herkenbare dingen des levens... heerlijke lectuur!
BeantwoordenVerwijderen