woensdag 2 oktober 2013

La conversation française, 4



Ik heb mijn man naar de oogarts gestuurd, zegt de mevrouw van de wijnwinkel. Hij vond van alles niet meer, dus dacht ik dat hij misschien een bril kon gebruiken. Toen ze zijn ogen testten, bleek hij nog goed genoeg te zien. Hij heeft geen bril nodig. 
Voilà bonne nouvelle, zeg ik, die zelf wel een bril gebruik, als hij niet zoek geraakt is, en ook van alles niet vind.

In de wijnwinkel staan manshoge tanks, je koopt er een liter lekkere rosé voor 1,35 euro, je moet wel zelf iets meebrengen om hem in te doen. Een plastic Badoitfles is goed. Verder moet je de wijn snel opdrinken, hij bewaart niet.
Laatst liep ik er binnen en ik zei:  
Bonjour, madame. Avez-vous deux litres de rosé pour moi?
J'en ai cinq cent, zei de mevrouw.

Maar vandaag ging het dus over de ogen van haar man. Hij boft, zei ik. Ik kan al lang niet meer zonder bril. 
Moi non plus, zei de mevrouw van de wijnwinkel, en ze liet haar fors gemontuurde exemplaar zien. 
C'est comme ça, zei ze de schouders ophalend. C'est la maturité.

Dat wil ik graag onthouden, voor thuis, als de kleinkindjes die tegen dan al kleinkinderen zijn, weer eens met hun ogen rollen. 
Opa toch, zullen ze zuchten, maar ik zal antwoorden: Ja,  kindjes. C'est la maturité.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten