donderdag 24 oktober 2013

24 oktober


Het heeft wat geduurd, maar vandaag weet ik wanneer ik geboren ben. Het was kwart voor tien in de ochtend, een maandag. 

Ten jare negentien honderd acht-en-veertig, de dertiende der maand Juli te negen ure voormiddag voor Ons, Schepen, Ridder in de Leopoldsorde, Ambtenaar van de Burgerlijke stand der stad Roeselare [is] verschenen mijn vader, oud vier en dertig jaar, dewelke ons vertoond heeft een kind van het mannelijk geslacht, geboren in deze stad de twaalfde dezer maand, te negen uur drie/kwart voormiddag, in het moederhuis, Gasthuisstraat 8, van hem en van zijn echtgenote, mijn moeder, en aan hetwelk hij verklaart te geven de voornamen Lieven Gustaaf Patrick.
Deze vertoning en verklaring gedaan in de tegenwoordigheid van mijn nonkel Louis en nonkel Staf, mijn peter van wie ik mijn tweede voornaam kreeg.

Ik moet mijn ogen niet toeknijpen om ze te zien, in het stadhuis van Roeselare, de drie mannen oud vier en dertig, vier en twintig en acht en dertig jaar, die de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand een kind van het mannelijk geslacht vertonen, te negen ure voormiddag, drie/kwart voor ik mijn eerste dag oud was. Het was een dinsdag, marktdag, ze zullen wat gewrongen hebben tussen de kramen om het stadhuis in te komen, zijn naderhand wellicht een pint gaan drinken, dat mag ik toch hopen, het was nog vroeg, maar een vertoning als deze doe je ook niet elke dag.

(Met dank aan de dienst Burgerlijke Stand van Roeselare) 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten