De
kleintjes zijn weer uitgevaren in hun Optimistjes. Ze hebben
felgekleurde zeiltjes in rood en groen en geel, je ziet ze haarscherp
voor je uit tegen de horizon. Het is feestelijk. Je denkt: bestaat er
iets nòg
feestelijkers dan dit te doen, zwemmen in de zee en kijken naar die
Optimistjes?
Het antwoord is nee. Maar pas nu op: het is niet zomaar het zwemmen. Zwemmen is best zalig, als het water niet te koud is en niet te warm, er is genoeg wind voor een beetje golving maar niet zoveel dat je elke keer met je kop ver omhoog moet om lucht te happen. Dat is als je zoals ik op je buik zwemt. Beginnersmodus, nu al een jaar of zestig. Verder ben ik niet geraakt. Als ik echt moe word, draai ik op mijn rug.
Je mond is nu naar boven, ademen gaat min of meer ongestoord. Af en toe kun je best wel eens omkijken. Het zal maar gebeuren dat nog zo'n rugzwemmer uitgerekend jou kant op komt. Die kans wordt wel kleiner naarmate je verder uitzwemt, maar je moet nog terug ook natuurlijk. Dat kun je beter niet vergeten: je moet nog terug.
Het zal maar gebeuren dat de wind terwijl je uitzwemt van richting verandert. Kleine venijnige spattende golfjes slaan zonder ophouden op je kop. Het strand is op slag drie keer zo ver nog weg. En je ziet het niet, je zwemt op je rug. Maar dat is het ergste niet. Rugzwemmen is saai. Ik bedoel: echt saai. Boring is het beste woord, helaas weer Engels. Maar dat is precies wat rugzwemmen is.
Je kunt alleen naar de lucht kijken. Die is meestal egaal blauw, bij grauw regenweer ga je niet gauw te water. Daar kun je dan naar kijken: een egaal blauwe lucht. Met wat geluk wil er wel een meeuw overvliegen. In het beste geval een mouette rieuse. Je kunt even meelachen, maar lang duurt het niet. Boredom cloudless and entire, in de onnavolgbare woorden van Martin Amis.
Het zal allemaal wel erg blasé zijn. Dat gaat naar zee in juni, dat ligt op het strand te zonnen of zwemt een beetje, en dat klaagt dat het saai is. Maar zo heb ik het niet bedoeld. Ik wou net zeggen dat niets feestelijker is dan zwemmen in zee. Dat heb ik toch gezegd, hier helemaal bovenaan? Dat ik er ook graag nog iets bij te zien heb, is dat zo raar dan? Je gaat toch ook niet wandelen met je ogen toe? Of met je neus in de lucht?
Maar het zal wel niet helpen. Dat heb je met communicatie: zeg maar om het even wat, gegarandeerd klinkt het helemaal anders. Interviewers weten dat goed. Daar wil ik nog eens heel goed over nadenken, zegt de geïnterviewde. Hoor ik u nu zeggen dat u het voorstel afwijst? Dat soort trucs. Nee, mijnheer. Ik zeg dat ik er nog eens heel goed over na wil denken. Ik zei alleen, dat zwemmen op de rug saai is.
Het antwoord is nee. Maar pas nu op: het is niet zomaar het zwemmen. Zwemmen is best zalig, als het water niet te koud is en niet te warm, er is genoeg wind voor een beetje golving maar niet zoveel dat je elke keer met je kop ver omhoog moet om lucht te happen. Dat is als je zoals ik op je buik zwemt. Beginnersmodus, nu al een jaar of zestig. Verder ben ik niet geraakt. Als ik echt moe word, draai ik op mijn rug.
Je mond is nu naar boven, ademen gaat min of meer ongestoord. Af en toe kun je best wel eens omkijken. Het zal maar gebeuren dat nog zo'n rugzwemmer uitgerekend jou kant op komt. Die kans wordt wel kleiner naarmate je verder uitzwemt, maar je moet nog terug ook natuurlijk. Dat kun je beter niet vergeten: je moet nog terug.
Het zal maar gebeuren dat de wind terwijl je uitzwemt van richting verandert. Kleine venijnige spattende golfjes slaan zonder ophouden op je kop. Het strand is op slag drie keer zo ver nog weg. En je ziet het niet, je zwemt op je rug. Maar dat is het ergste niet. Rugzwemmen is saai. Ik bedoel: echt saai. Boring is het beste woord, helaas weer Engels. Maar dat is precies wat rugzwemmen is.
Je kunt alleen naar de lucht kijken. Die is meestal egaal blauw, bij grauw regenweer ga je niet gauw te water. Daar kun je dan naar kijken: een egaal blauwe lucht. Met wat geluk wil er wel een meeuw overvliegen. In het beste geval een mouette rieuse. Je kunt even meelachen, maar lang duurt het niet. Boredom cloudless and entire, in de onnavolgbare woorden van Martin Amis.
Het zal allemaal wel erg blasé zijn. Dat gaat naar zee in juni, dat ligt op het strand te zonnen of zwemt een beetje, en dat klaagt dat het saai is. Maar zo heb ik het niet bedoeld. Ik wou net zeggen dat niets feestelijker is dan zwemmen in zee. Dat heb ik toch gezegd, hier helemaal bovenaan? Dat ik er ook graag nog iets bij te zien heb, is dat zo raar dan? Je gaat toch ook niet wandelen met je ogen toe? Of met je neus in de lucht?
Maar het zal wel niet helpen. Dat heb je met communicatie: zeg maar om het even wat, gegarandeerd klinkt het helemaal anders. Interviewers weten dat goed. Daar wil ik nog eens heel goed over nadenken, zegt de geïnterviewde. Hoor ik u nu zeggen dat u het voorstel afwijst? Dat soort trucs. Nee, mijnheer. Ik zeg dat ik er nog eens heel goed over na wil denken. Ik zei alleen, dat zwemmen op de rug saai is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten