Ik
heb een nieuw horloge gekocht. Mijn vorige was ik kwijt geraakt. Ik
mag niet zeggen: mijn oude, want het was nog behoorlijk nieuw. Mijn
oude horloge ging al een hele tijd mee, maar toen viel de wijzer
eraf. Ik bracht het naar de hersteller, hij zette de wijzer er weer
aan. Toen viel ie er weer af. Na twee keer gaf de hersteller het
op, en kocht ik een nieuw horloge. Dat ben ik dan kwijt geraakt, ik
denk in de douche. Zeker is dat niet. Het is zoals mijn bril.
Die ben ik denk ik kwijt geraakt op het strand. Maar ook dat weet is niet zeker. Ik ben al best wat brillen kwijt geraakt, maar ik wil het
nu over mijn nieuwe horloge hebben. Het ziet er erg goed uit, en
duurder dan het geweest is. Ik was best in mijn nopjes toen ik de
winkel uitstapte. Vraag eens hoe laat het is, zei ik tegen mijn gade.
Dat is onder ons een oud grapje. Hoe laat is het? vroeg mijn gade. Ik
zei het haar. Later op het strand vroeg ze het weer eens. Ik keek op
mijn horloge, maar ik kon niet zien hoe laat het was. De wijzerplaat
schitterde te veel in de zon, de streepjes en de wijzers waren te
dun, de secondewijzer zag er veel te veel als de minutenwijzer uit.
Ik denk dat ik dat horloge ga omruilen. Dat mocht, stond er op de
bon. Ik kies nu een horloge met dikke wijzers, zonder secondewijzer,
met vette goed leesbare cijfers. Ik zie me de winkel al uitkomen. Hoe
laat is het? vraagt mijn gade. Later, zeg ik. Op het strand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten