Zo
zat ik na lang nog eens lang in de auto. Een meevaller was, dat ik
zelf reed. Je moet ten minste dat stuur
vasthouden, er op het gepaste moment een gepaste draai aan geven. In
je spiegeltjes kijken, de pinkers aan- en afzetten, de
ruitenwisser, als het regent, wat vandaag niet het geval was. Op het
rempedaal drukken, het koppelpedaal, schakelen, natuurlijk ook op het
gaspedaal, of je gaat niet eens vooruit. Een zeldzame keer toeteren,
de radio bedienen, de verwarming hoger zetten. De snelheidsmeter in
de gaten houden, de brandstofmeter, de toerenteller. Kijken en
luisteren naar de satellietnavigator, in mijn geval extra moeilijk
omdat zij Frans spreekt. Traversez le rond point, deuxième
sortie, zegt ze bijvoorbeeld, en dan moet ik dat doen. Vous
êtes arrivé, zegt ze, en warempel, rechts van mij zie ik mijn
eigen huis staan. Vraag me niet hoe ze het doet. Faites demi-tour
aussi vite que possible, klinkt het ook wel eens, maar daar trap
ik niet meer in. Ik rij gewoon door, en kijk: in geen tijd heeft
madame TomTom een nieuwe route voor mij klaar. Je moet ze niet te
veel involgen. Toon een beetje weerwerk, dan draait ze wel bij. Een
waarheid waar je ook buiten de auto je voordeel mee kunt doen. Maar
ik wijk af. Van alle saaie bezigheden is autorijden een der saaiste.
Want als je met al de knopjes en hendeltjes en pedalen klaar bent,
blijft er niets meer te doen. Zeg zelf: wat doé je in een auto? Je
kunt naar de windmolens kijken, je erover verbazen dat ze wel draaien
bij Moerbeke, maar niet bij Zelzate, maar wel weer bij Eeklo. Terwijl
het toch overal lekker hard waait, maar ook weer niet té hard, toch
niet bij Moerbeke en bij Eeklo. Kijken of de vrachtwagen voor je uit
Estland komt, of uit Letland, of uit Litouwen. Luisteren naar de
radio, maar dat kun je thuis ook, en dat is niet iets doén. Wat ik nog het meeste doe in zo'n
auto, is aan de trein denken. Met bergen weemoed. Zat ik nu maar op
de trein, denk ik. Dan kon ik lezen in Alle dierenverhalen van
Anton Koolhaas. Van de rat Aortus, de koekoek Nel, de witte sierkip
en het haantje Pa. Bent U de haan daar?, vraagt de witte sierkip van
over de sloot. Maar nee, Koolhaas lezen is weer zoiets dat je in een
auto niet kunt doen.