dinsdag 11 februari 2020

11 februari


Zo zat ik na lang nog eens lang in de auto. Een meevaller was, dat ik zelf reed. Je moet ten minste dat stuur vasthouden, er op het gepaste moment een gepaste draai aan geven. In je spiegeltjes kijken, de pinkers aan- en afzetten, de ruitenwisser, als het regent, wat vandaag niet het geval was. Op het rempedaal drukken, het koppelpedaal, schakelen, natuurlijk ook op het gaspedaal, of je gaat niet eens vooruit. Een zeldzame keer toeteren, de radio bedienen, de verwarming hoger zetten. De snelheidsmeter in de gaten houden, de brandstofmeter, de toerenteller. Kijken en luisteren naar de satellietnavigator, in mijn geval extra moeilijk omdat zij Frans spreekt. Traversez le rond point, deuxième sortie, zegt ze bijvoorbeeld, en dan moet ik dat doen. Vous êtes arrivé, zegt ze, en warempel, rechts van mij zie ik mijn eigen huis staan. Vraag me niet hoe ze het doet. Faites demi-tour aussi vite que possible, klinkt het ook wel eens, maar daar trap ik niet meer in. Ik rij gewoon door, en kijk: in geen tijd heeft madame TomTom een nieuwe route voor mij klaar. Je moet ze niet te veel involgen. Toon een beetje weerwerk, dan draait ze wel bij. Een waarheid waar je ook buiten de auto je voordeel mee kunt doen. Maar ik wijk af. Van alle saaie bezigheden is autorijden een der saaiste. Want als je met al de knopjes en hendeltjes en pedalen klaar bent, blijft er niets meer te doen. Zeg zelf: wat doé je in een auto? Je kunt naar de windmolens kijken, je erover verbazen dat ze wel draaien bij Moerbeke, maar niet bij Zelzate, maar wel weer bij Eeklo. Terwijl het toch overal lekker hard waait, maar ook weer niet té hard, toch niet bij Moerbeke en bij Eeklo. Kijken of de vrachtwagen voor je uit Estland komt, of uit Letland, of uit Litouwen. Luisteren naar de radio, maar dat kun je thuis ook, en dat is niet iets doén. Wat ik nog het meeste doe in zo'n auto, is aan de trein denken. Met bergen weemoed. Zat ik nu maar op de trein, denk ik. Dan kon ik lezen in Alle dierenverhalen van Anton Koolhaas. Van de rat Aortus, de koekoek Nel, de witte sierkip en het haantje Pa. Bent U de haan daar?, vraagt de witte sierkip van over de sloot. Maar nee, Koolhaas lezen is weer zoiets dat je in een auto niet kunt doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten