donderdag 11 maart 2010

11 maart

Sinds vandaag ken ik ook burgemeester Pieters van Halle. Ik had het liever anders gehad, maar dat komt ervan als je de gazet wilt lezen (in dit geval De Standaard).

Burgemeester Pieters waakt over de zuiverheid van zijn stad. Daartoe hebben ze in Halle een Vlaams Manifest gemaakt, dat het Nederlands in het straatbeeld wil bevorderen. Mocht iemand bijvoorbeeld het idee koesteren in Halle een restaurant te beginnen, en dat pakweg ''Les Deux'' te noemen, dan krijgt zo iemand bezoek van burgemeester Pieters, die hem vriendelijk maar met nadruk verzoekt nog eens goed na te denken.

De burgemeester wijst er fijntjes op dat zo'n Franse naam 'haaks op het imago van onze stad staat', en dat de exploitanten met hun naam 'misschien ook wel Vlaamse klanten zullen afschrikken'. Zou dat niet jammer zijn, misschien? 'Veel Vlamingen zullen er zich aan ergeren', vermaant burgemeester Pieters welmenend, en 'in Halle ligt zoiets gevoelig.'

De burgemeester is zo goed een simpel voorbeeld te geven, restaurateurs zijn niet per se vlugge verstaanders. 'We hebben in onze stad liever een kapsalon dan een coiffeur, en liever een ijssalon dan een crèmerie', zegt burgemeester Pieters. Over een restaurant laat de burgemeester zich niet uit. Mogelijk moet dat geen eethuis worden, zolang het rijmt op navenant, niet vol-au-vent.

Burgemeester Pieters wil niet van onredelijkheid beschuldigd worden. 'Handelszaken die al jarenlang in Halle gevestigd zijn, laten we met rust', zegt hij grootmoedig, 'en internationale ketens die naar hier komen, daar kunnen we ook weinig tegen beginnen'. Zou de burgemeester hier Carrefour bedoelen? En wat gebeurt er precies als burgemeester Pieters een handelszaak niet me rust laat?

Wat is het goed om te weten, hier in het Vlaamse achterland, dat burgemeesters als burgemeester Pieters waken aan het Vlaams-francofone front om ons geliefde Gewest tegen de oprukkende coiffeurs en crèmeries te beschermen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten