zondag 24 januari 2021

24 januari

Vandaag ben ik weer eens rond 't Ster gelopen. Gelopen op z'n Nederlands, dat wil zeggen gestapt, gewandeld, niet op z'n Belgisch lopend, hollend of rennend of hardlopend. Ik heb twee rondjes rond 't Ster gelopen. Een met een kleine omweg, en dan nog een zonder omweg. Het tweede rondje werd aangevat na overleg met mijn loopgezel, waarin wij eensgezind besloten dat een rondje te kort was.

Het was ons natuurlijk om het lopen te doen, het buiten bewegen als antidote tegen het onbewogen binnen zitten. Maar het was ons natuurlijk ook om het praten te doen, nu praten niet meer mag in de gezellige warmte van het huis bij een geurende kop op de geduldige sofa. 

Praten in het echt, face to face, zonder fancy faciliterende gimmicks als daar zijn telefoons waar je de ander mee kunt zien, en zelfs jezelf. Dat laatste is belangrijk nu, dat je jezelf ziet, en dat je ter bevestiging van jezelf af en toe een foto maakt genaamd selfie. De achtergrond mag er ook op als excuus.

Praten in het echt mag wel nog buiten, met inachtneming van de afstandsregel. Je zou in de tuin kunnen zitten, maar dit is januari. Het is nog altijd koud in januari zitten in de tuin.

Zo komt het dat lopen en praten elkaar vinden, niet zelden op 't Ster. We praten al lopend over de kinderen en de kleinkinderen, respectievelijk, over de scholen en over vroeger en over later, over binnenkort en over lang geleden. 

Het schijnt dat microscopische, mogelijk infectieuze aerosols als wolken uit onze mond walmen, maar we zien ze niet. Dat is wat microscopisch wil zeggen, en ook is alles goed verlucht hier buiten op 't Ster.

Ook de eendjes en de meeuwen bewegen zorgeloos rond, bekreunen zich evenmin om het aviair influenzavirus dat hier naar het schijnt al even onzichtbaar rondwaart. Ze kwaken en krijsen, respectievelijk, zoals eendjes en meeuwen doen. Ze zitten ook niet graag lang binnen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten