Ik
heb een zwarte lijst. Er staan namen op van mensen,
plaatsen, dingen, bedrijven, noem maar op, die, nu ja, op mijn zwarte
lijst staan. Waarom zij daar staan weet ik heel goed, maar ik
betwijfel of het nuttig is dat telkens uit te leggen.
Neem rode kool. Ik beweer dat rode kool een sierplant is, niet bestemd
voor menselijke consumptie. Dus staat hij, als levensmiddel, op mijn
zwarte lijst.
Die
uitleg wordt natuurlijk betwist. Men zal beweren dat rode kool wel
eetbaar en zelfs lekker is. Men zal getuigen dat men om de zoveel
tijd rode kool eet, en daarvan geniet, en er niet ziek van wordt,
laat staan dood van gaat.
Eindeloze
discussies zullen volgen en verglijden, zoals dat tegenwoordig zeer
snel gaat, van redelijk betoog naar vileine scheldtirade.
Daarom
hanteer ik bij mijn zwarte lijst een regel: wie op de lijst staat,
zeg ik niet. Om gezeur te voorkomen, maar ook
omdat ik de mensen en dingen op mijn lijst geen naambekendheid gun.
Als je iets of iemand weg wilt, is de redenering, vereer ze dan niet
met aandacht die ze niet verdienen. De rode kool was een
uitzondering, uit didactische overwegingen.
Amerikaanse
'presidenten', hamburger- en koffiehuisketens, frisdrank- en
sportschoenenfabrikanten, 'sociale' media-providers, Zwitserse
melkpoederproducenten, Nederlandse brouwerijen, Antwerpse burgemeesters - wie op mijn lijst
staat, zul je me niet horen noemen, tenzij per ongeluk.
Waarom
dan ook niet zwijgen over het bestaan van de lijst zelf? Een goede
vraag. Het zal wel weer ijdelheid zijn. Niet kunnen zwijgen, ook als
dat verstandiger is. Het is meestal verstandiger.