woensdag 30 december 2009

J als in ja, nee


Kunt u in een gesprek de draad niet meer volgen (zie ook topic), kom er dan uit met de vlucht vooruit. U bent immers niet trager dan de rest, u bent ze net ver vooruit. Dat u wat warrig gaat praten, komt doordat uw flitsende invallen nu eenmaal sneller opborrelen dan zelfs uw taal kan bijhouden. Zeg bijvoorbeeld: ja, nee, ik bedoel en maak een ongeduldig gebaar met de handen. De omstaanders zullen zich reppen om het gat zelf toe te praten.


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

dinsdag 29 december 2009

29 december


Het mag ook wel eens over mooie woorden gaan. Nog net gevonden: ochtendappel. Het is niet nieuw, natuurlijk, maar ik kwam het nu pas voor ’t eerst tegen, en ik vind het prachtig. Mooier dan oogappel: op zo’n koele ochtendappel zie je de dauwdruppels nog blinken.

Waar heb ik ochtendappel gevonden? In Trefwoorden met spellingwijziging van de Nederlandse Taalunie. Daar staat in Hoofdstuk 4, Accenttekens, Regel 4.A: (1) Een Frans woord dat gangbaar is geworden in het Nederlands, verliest zijn accenttekens.

Ik heb het niet zo op de spellingwijzigers begrepen, maar appèl wordt appel, dat is waarlijk een vondst. Meteen kunnen ook appelplaats, avondappel en ziekenappel in het mandje. Wat die laatste appel precies is kan ik niet zeggen, hij doet me wel een beetje aan Sneeuwwitje denken.

maandag 28 december 2009

I als in item


Hebt u iets, dan is dat iets. Hebt u twee ietsen, dan kan u er een lijstje van maken. Op dat moment wordt elk iets een item, spreek uit [‘aitəm]. Dat maakt een wereld van verschil. Zeg dus niet: ‘Ik zou graag nog iets ter sprake brengen’, maar: ‘Ik heb nog een item ter discusie.’ Alleen in het tweede geval is er enige kans dat iemand aandacht geeft. De kans wordt groter als het item hot is. Wilt u op uw lijstje twee identieke items onder elkaar noteren, dan kunt u het tweede item ook idem noemen. Pas op: zeg niet [‘aidəm], maar gewoon idem.


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

zondag 27 december 2009

H als in haiku


Haiku is een dichtvorm die door de Japanners is uitgevonden om dichters tegen zichzelf te beschermen. Ze krijgen maar zeventien lettergrepen. Veel schade valt daarmee niet aan te richten, was de redenering, maar dat is een naïeve inschatting gebleken. Laat dit u niet ontmoedigen om bij uw vrienden met een zelfgemaakte haiku uit te pakken. Wees er wel op voorbereid dat zij prompt hetzelfde doen.


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

vrijdag 25 december 2009

G als in gps


Het zijn nostalgische ex-padvinders die zich nog met een landkaart in het handschoenenvakje van hun auto in het verkeer begeven. Ze rijden steevast fout en brengen zware averij toe aan de verstandhouding met de meereizende partner-kaartlezer.

Als eigentijdse automobilist tikt u gauw even de coördinaten van uw bestemming in, en u rijdt er per gps onbekommerd naar toe. Waar die bestemming zich bevindt en hoe u er geraakt, doet er in ’t geheel niet toe. Vraagt iemand daar toch naar, zeg dan iets als: “Ach, Slovakije, Slovenië, wherever” (zie ook whatever) .


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

25 december


Er bestaat een boek dat ‘Digitaal fotograferen na 50’ heet. Ik kwam het toevallig tegen op SeniorenNet, een plek die ik verder mijd als de pest. Senioren! Sommige woorden klinken zo vals dat ze alleen door kardinalen of marketingvolk bedacht kunnen zijn. Hoe gaat dat dan, digitaal fotograferen na 50? Vast een beetje trager, en al eens wat minder scherpe beelden door al dat beven.

Piano spelen na 80, daar had Vladimir Horowitz anders geen seniorenboekje voor nodig.

http://www.youtube.com/watch?v=e8PJsjO1u5w

http://www.youtube.com/watch?v=zS5LRRsNYZk

http://www.youtube.com/watch?v=9lmqDOjHx70

donderdag 24 december 2009

F als in (de) Franstaligen


De Franstaligen zijn een volksstam in België die zich ophoudt bezuiden de lijn Ploegsteert – Remersdaal. Zij onderscheiden zich van de rest van het land doordat zij chou-fleur eten in plaats van bloemkool. Deze kwaadwillige en provocerende gewoonte maakt het samenleven met de reguliere Belgen zo goed als onmogelijk. U doet er goed aan te bepleiten dat het bestaande koninkrijk in een Bloemkool- en een Chou-Fleurrepubliek wordt opgedeeld. De hoofdstad van het land, waar de eetgewoontes nog meer verschillen, kan de status van Autonoom Brussels-Sproutsdistrict worden toegekend.


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever


E als in euro-


Sinds een aantal landen hier in de buurt besloten hebben elkaar niet langer apart maar samen tegen te gaan werken, zijn honderden nieuwe woorden onze taal binnengedrongen. Om onduidelijke redenen beginnen ze allemaal met euro, zoals eurocraat en eurofiel, maar ook eurofles en eurodoos. Bedrijven noemen zichzelf Eurovlees, Eurokool of Euromossel. Overigens mag Europatat, het Verbond van Europese Aardappelhandelaren, niet verward worden met Eurofriet, een frituur in de West-Europese stad Tielt waar ze ook een eurobronzarium hebben.

Een voordeel is dat al die woorden samen staan in het woordenboek. Hebt u een elektronische versie met wisoptie, dan volstaan een paar muisklikken om het hele eurobularium gelijk op te ruimen.


http://www.europatat.org/en/

http://www.euromossel.be/euromossel.php

Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

maandag 21 december 2009

21 december



Vandaag liep ik door de gangen van de speelgoedwinkel Fun toen ik totaal onverwacht werd aangesproken door een papegaai. ‘Hoi!’zei de papegaai toen ik hem voorbijliep. Hij zat in een grote groene doos waar van alles op stond, waaronder zijn naam: Coco de Papegaai, de enige echte! Op de doos stond ook nog: Herrieschopper! Kletsmajoor! Uitslover! Coco kost 69,99 euro. Dat was helaas ver boven het budget dat ik vandaag in Fun te besteden had.


Thuis miste ik de papegaai een beetje. Ik ging hem opzoeken op het internet. Daar bleek dat Coco niet alleen alles nazegt wat je hem voorzegt, je kunt hem ook nog per afstandsbediening allerlei dingen laten doen. Wat voor dingen? Tijd om de website te citeren: (http://www.gadgetgarden.nl/2007/09/coco-de-papegaai/)

‘Zo danst hij op muziek, kan hij echt koekjes eten en haalt hij allerlei grollen uit, zoals scheten laten en bijdehante opmerkingen maken’.


Nu ik dat allemaal weet, mis ik Coco al weer wat minder.

D als in dagdagelijks


Ooit is een verbale kluns over zijn woorden gestruikeld toen hij het alledaagse woordje ‘dagelijks’ wou gebruiken. Mogelijk was het een kluns met enig aanzien. De toehoorders waren in elk geval genoeg onder de indruk om de uitschuiver dagdagelijks in hun vocabularium op te nemen als was het een echt woord. Bent u een beetje trendsetter, aarzel dan niet om op de eerstvolgende walking dinner te experimenteren met weekwekelijks, maandmaandelijks en jaarjaarlijks.


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

zondag 20 december 2009

20 december


Niet het lelijkste, maar dezer dagen wel het ergerlijkste woord van 2009:
winterprik. Mag het alstublief sneeuwen en een paar graden vriezen? Mag het nog eens een beetje gewoon winteren? Wat is dat met die belachelijke prik? Het zal wel weer van Frank Deboosere komen, die van morgen meer weer. Het is wachten op zijn zomerprik, als het over een paar maanden eens een paar dagen warm is en de zon schijnt.

Ik krijg van iemand kerst- en nieuwjaarswensen in 335 talen. Dat is heel aardig, en ook wel leuk om te lezen hoe ze dat zeggen in het Bemba of het Papiamento. Nederlands staat er ook bij: Prettige kerstdagen en een gelukkig nieuw jaar. Ik zak verder af in het alfabet, en daar bots ik, na Vietnamees, op Vlaams: Zalig Kerstfeest en Gelukkig nieuw jaar. Ja Nederlands, dat spreken ze niet in het gewest Vlaanderen, waar de feesten zalig zijn en de winterprikken ophouden bij de taalgrens.

zaterdag 19 december 2009

C als in checken

Het is geen goed idee een envelop toe te plakken, nog minder er een zegel op te doen, voor u zich ervan vergewist heeft dat de juiste brief er wel degelijk in zit. Gauw nog eens nakijken? Beslist niet. Nakijken, evenals controleren, nazien, of gewoon kijken, is nog meer passé dan het sturen van brieven zelf. Als bijdetijdse boodschapper neemt u te tijd om de attachments te checken voor u op ‘verzenden’ klikt. Checkbaar zijn, naast vele andere dingen: de mailbox, het oliepeil, de bloeddruk, het omega-3-gehalte, de spelling, de pamper van het kleintje (zie ook kid), de facturen van Belgacom en Telenet (best dubbelchecken). Vraagt de partner of de gft-bak al buiten staat, antwoord dan: “Check!


Alfabetiseringsproject Het jaar van de bever

vrijdag 18 december 2009

18 december


Het is geen goed idee om met een versleten aanhangwagentje over gladbesneeuwde wegjes te gaan rijden op zoek naar een kerstboom, nog minder als het tegen de avond loopt, tegenwoordig iets na vieren, en het wagentje een slappe band en geen lichten heeft. De kans bestaat dat de vriendelijke kerstboomboer, die u vorig jaar nog een fikse den verkocht voor amper zeven euro, en hem zelf ook nog uitspitte en naar het wagentje droeg, dit jaar zijn bedrijf heeft stopgezet. U kunt aan een toevallige sneeuwruimer de weg vragen naar een andere boer, maar u loopt nu het risico dat hij u over nog smallere en nog gladder besneeuwde wegjes naar een adres stuurt waar bij aankomst niemand thuis is. Dat wordt omdraaien, achteruit met het wagentje eerst, op een spekgladde oprit waar hopelijk geen onder de sneeuw bedekte gracht voor loopt.

Beter is het nog een dagje te wachten, al komt de kerst nu wel heel dichtbij, en bij volle daglicht te rijden naar een regulier Garden Center, waar men wel van u verwacht dat u 19,25 euro betaalt voor een bonsaidennetje van geen twee voet hoog, tenzij u 65 euro wilt neertellen voor een echte boom die naam waardig. Gelukkig vindt u wat verder, met meer geluk dan verstand, een groene middenstander die een fraaie boom aanbiedt voor 22,50 euro. Het is nog steeds een belachelijke prijs, maar door de ervaring gelouterd, rijdt u er toch tevreden mee huistoe.

B als in bubbels


Sinds de steile opkomst van een aantal salonfähige mousserende wijnen uit parvenulanden als Spanje en Italië, is het bon ton om de kennissen voor een glaasje bubbels uit te nodigen. Het is een discrete manier om te zeggen dat u geen champagne krijgt, zonder dat men het gênante schuimwijn in de mond moet nemen.

A als in adrenaline


Adrenaline is, zoals ook alcohol, iets in het bloed dat het gedrag van de gebruiker beïnvloedt. Daarmee houden de gelijkenissen op. Anders dan alcoholisten gaan adrenalisten prat op hun a-gehalte. Ze worden er niet sloom en ouwehoerig van, maar juist alert en vinnig, vinden zij. Het is dus zaak uw gesprekspartner snel en ondubbelzinnig op de adrenaline in uw lichaam te attenderen. Vraagt iemand: ‘Hoe gaat het?’ antwoord dan: ‘Geweldig! De adrenaline giert door mijn lijf!’ Mocht het effect tegenvallen, probeer dan eens met epinefrine. Misschien praat u tegen een kenner.



vrijdag 11 december 2009

10 december


‘De opties zijn schaars’. Ziedaar een uitspraak waarmee gescoord kan worden in cafédiscussies over B-H-V of over de koolstofuitstoot. Gisteren werd ze meer dan eens gedaan door de televisiecommentator bij de voetbalwedstrijd Standard – AZ . Het klinkt inderdaad diepzinniger dan ‘Waar moet die speler nu in godsnaam met de bal naar toe?’ Het is ook korter. Standardkeeper Bolat liet in elk geval één fraaie optie zien toen hij in de 95e minuut de bal aan de overkant bij zijn collega ging binnenkoppen.

‘Ik ben geen goede kopper’, zei Bolat vandaag tegen Sporza.

maandag 7 december 2009

7 december


Op de valreep bots ik nog op het lelijkste woord van 2009. Het staat natuurlijk in DMM, het weekendmagazine van De Morgen. Dat magazine is zelf ook spuuglelijk. Het barst van de neomondaine nouveauriche m’as-tu-vu foto’s en stukjes over reukwerk, design-champagne-emmers en teennagellak. Het zoveelste reclaamblaadje met airs. Alleen de breedbeeldfoto’s op de eerste paar pagina’s zijn het bekijken waard, en natuurlijk de als altijd mooie, strakke en sobere column van Jacqueline Goossens uit New York. Wat doet Jacqueline in dat boekje?


Lepelamuse, wie bedenkt het. Je moet iets duurs kopen en dat op een lepeltje doen, en dan moeten de smaakvolle gasten dat met een zuinig mondje of gueule opeten. Het zou ook op een boterham kunnen, maar dan is het geen lifestyle.

zondag 29 november 2009

29 november


Ik lees met grote verbazing in mijn krant dat een leerling van het Jan-Van-Ruusbroeckcollege in Laken gestraft is omdat hij op de speelplaats gemoonwalkt had. Zijn medeleerlingen vonden die straf zo ongepast, dat ze weigerden naar binnen te gaan voor het eerste lesuur. Er was een gesprek nodig tussen de leerlingenraad en de directie om de lessen weer op gang te krijgen.

Ja ze waren er nog niet, de leerlingen van het Jan-Van-Ruusbroeckcollege, toen Neil Armstrong op 21 juli 1969 de eerste moonwalk deed. (Michael Jackson was elf.) Verre van gestraft, werd Armstrong om zijn exploot beloond met eeuwige roem en meerdere eretekens, waaronder de Congressional Gold Medal. Een asteroïde werd naar hem genoemd.


Ze weten van de wereld niet daar in dat college, maar dàt verbaast me dan weer allerminst.

zondag 22 november 2009

22 november


Laura is niet alleen 10 jaar oud en verliefd, maar ook nog eens vierde in het Junior Eurosongfestival. Gevraagd hoe zij zich zich bij dat alles voelt, zegt Laura: ‘Ik ben blè’. ‘Gewoon blij?’ vraagt de journalist. ‘Nee, ècht blè’, zegt Laura. Zo ziet ze er ook uit, in haar jodelende Heidi-outfit.

21 november


‘Het woord is niet schrik. Het woord is spijt’, zei Tuur Van Wallendael in een gesprek met Terzake op 7 september. Zo kort en goed heb ik het nooit iemand horen uitleggen. Op de achtergrond was een piano te horen.

maandag 16 november 2009

15 november


Ik heb een interactieve gps. Hij zegt mij waar ik moet zijn, en als ik het niet goed verstaan heb, zeg ik: ‘Zeg dat nog eens?’ en dan zegt hij het nog eens. Tussendoor kletsen we een beetje over het weer en over de familie, en op dode momenten kan het zelfs gebeuren dat we samen met de radio meezingen, ik en mijn gps.

donderdag 12 november 2009

12 november


Het hebben van een mening is stilaan een voltijdse bezigheid. ‘Wat vind jij?’ vraagt altijd wel iemand op een onbewaakt moment, en dan kun je beter een antwoord klaar hebben. Dat is kranten lezen, journaals kijken, opiniestukjes doorworstelen, praatprogrammma’s tot diep in de nacht uitzitten, luisteren naar wijze collega’s en zatte tooghangers.

Over tennisers die onprofessioneel omgaan met hun whereabouts. Hun wàt? Over voetballers die een vaccinatie krijgen tegen de pandemische griep, terwijl ze niet zwanger zijn of werken in het onderwijs. Wèlke griep? Over roken in biercafés. Of je dat nog kunt toelaten. Of je dat wel kunt verbieden. Zijn er dan toch cafés zonder bier? Hoofddoeken op school! Homomannen met adoptiekinderen! Homovrouwen met AID-kindjes! Wèlke kindjes?

‘Wat vind jij?’ vraagt een aangeschoten disgenoot bij de mousse au chocolat.
Ik? Tijd om op reis te gaan. Whereabouts? Vergeten!

maandag 9 november 2009

9 november


Opa is een hypokriet. Vroeger, toen hij nog les gaf, kon het nooit kort genoeg zijn. ‘Korter formuleren!’ hield hij zijn studenten voor, en hij haalde wellustig de helft van alle woorden door die zij met zoveel moeite op een rij hadden gezet. ‘Tel die lettergrepen!’ ging het. ‘Elk woord dat er niet moèt staan, màg er niet staan!’ Opa had zijn dooddoeners goed in de vingers.
Sinds hij geen les meer geeft, wordt opa’s huis al eens vaker door de kleine ukjes opgezocht. Ze bellen bij de voordeur aan - de belknop zit op peuterhoogte - , vegen keurig hun voetjes aan de deurmat schoon, trekken jas en schoenen uit en nemen bezit van het pand. De meest gegeerde plek is de open trap in de woonkamer, waarvan elke trede uitmuntend als zit- of werkblad dienst doet. De rest van de dag laten de ukjes zich bevoorraden met potloden, stiften en papiertjes, plakkers, lijm, scharen, touwtjes en strikjes, en chocomelk natuurlijk en fruitsap en cola en chocola en snoep en ijs en koek. ‘Ik wil melk’, zegt er eentje, en zij krijgt melk, maar eerst moet ze de boodschap opavriendelijker formuleren. ‘Opa, mag ik wat melk, alstublieft?’ Negen lettergrepen! Dat moet dan maar. Opa is eindelijk op rust.

zondag 8 november 2009

7 november


De dagen worden erg kort, het regent, Karel De Gucht is weg: laten we nog maar eens emmeren over het taalgebruik in de betere media.

Welja, het mag volks en aanschouwelijk blijven. Sportjournalisten zijn daar goed in: doelmannen ranselen het leer uit de kruising, verschroeiende schoten spatten op het doelhout of doen de netten trillen. Zo kan het gebeuren dat deredactie.be, de nieuwsstek van de vrt, bericht over een jonge wielrenner die ‘uit het leven stapt’, als gold het een avondje met zijn maten. ‘Zijn vriend en collega’, zo staat er nog in het bericht, ‘werd door het nieuws van zijn sokken geblazen’.

Op de serieuze pagina’s van De Morgen ging het vandaag over de ‘dolle schutter’ Nidal Malik Hasan. ‘Recentelijk zag majoor Hasan enorm op tegen zijn ontplooiing in Afghanistan’, lees ik. Wie een slechter karakter heeft dan ik, zou kunnen zeggen dat deze journalist nieuws pikt van Amerikaanse websites, maar te haastig, of te lui, of te onkundig is om een woord als deployment fatsoenlijk te vertalen in het Nederlands, waar ontplooide soldaten niet voorkomen.

Zo. Meer geëmmer volgt vast later.

zaterdag 31 oktober 2009

30 oktober


Weer thuis na een wat uitgelopen Tour de France moet ik vaststellen er tijdens mijn afwezigheid flink wat veranderd is.
Zo kan ik op mijn televisie een aantal zenders niet terugvinden. Ze zijn verhuisd naar een andere frequentie of naar iets dat nu ‘digitale televisie’ heet, en waarvan men mij zegt dat ik het dringend moet hebben. Ik vond wel een paar nieuwe zenders, met namen die eerlijk gezegd weinig goeds voorspellen.
Ook verdwenen zijn een handjevol vertrouwde mensen zoals Michael Jackson, Frank Vandenbroucke (de coureur), Karel Van Miert en Dré ‘Felice’ Steemans. Steve Stevaert is ook weg, maar navraag leerde dat hij wel nog in leven is.
Als ik naar het journaal kijk op mijn tv (die nu plots ‘analoog’ is), defileren daar volstrekt onbekende dames en heren met namen als Lieten, Muyters of Schauvlieghe, en allemaal beweren ze dat ze Vlaams minister zijn. Erger: ene Leterme uit Ieper zou mijn land nu op het wereldtoneel vertegenwoordigen. Dat laatste moet ik nog eens natrekken, ik zal dat wel mis verstaan hebben.

PS Nu ik erover nadenk, waar is die andere Frank Vandenbroucke naartoe?

woensdag 21 oktober 2009

20 oktober







Wie eens een goede natuurdocumentaire wil zien, genre National Geographic, kan natuurlijk met een pot chips en wat blikjes pils voor de televisie gaan zitten. Wat ook kan, is met de auto van Pézénas naar Clermond-Ferrand rijden op de A75. De breedbeeldlandschappen van Aveyron, Lozère, Cantal en Puy-de-Dôme rollen voorbij tot de bestuurder zijn auto vergeten is. Dat geeft niet, het is toch maar altijd rechtdoor. En passant worden vertoond: de bovenaardse viaducten van Millau en van Garabit.














12 oktober


Zeg niet mistral tegen de tramontane, dat heb ik vandaag uit de Midi Libre geleerd, al waaien ze allebei even hard, en uit dezelfde richting, en op hetzelfde moment. De wind zal na de middag nog aanwakkeren, zegt de krant, met rafales van 80 tot 100 km per uur. Bij zo’n weer helpt het niet meer dat je je botervlootje bovenop het dekseltje zet: ze waaien samen weg, net als je de magret de canard op de grillplaat legt. Je mag van geluk spreken dat de magret ze niet achternavliegt, zich plots weer herinnerend dat hij vroeger een eend was.

zaterdag 10 oktober 2009

9 oktober


‘Les flamands n’y sont pas’, zegt de man, terwijl hij aan zijn sigaretje zuigt. We staan naast het bankje uit te kijken over de Etang de Bages et de Sigean. Hij heeft mij eerder verteld over de palingen in het water en de fazanten in de bosjes aan de overkant. En de palombes (columba palumbus), die binnenkort komen aanvliegen uit Spanje over Perpignan en die ook leuk zijn om op te schieten. Zo begrijp ik net op tijd dat hij over de flamingo’s praat, phoenicopterus roseus of les flamants roses, die hier in kleinere maar soms ook grote kolonies genoeglijk knorrend door het water waden. Maar nu zitten ze wat verderop, bij Peyriac de Mer.
Wat is dat met Vlamingen en flamingo’s? Met flamants en fiamminghi? Ik neem me voor dat eens uit te pluizen als ik de volgende keer naar de stad ga. Ik kan in de Office de Tourisme twee uur per week gratis internetten. Gratis is altijd leuk, nog meer als het ook werkt, wat in deze Office geen uitgemaakte zaak is. De vorige keer heb ik er meer dan een uur gezeten, en na afloop waren amper elf minuten van mijn tijd opgebruikt. De rest had ik besteed aan het steeds opnieuw inloggen bij de stad Narbonne, die mij prompt daarop er weer uitgooide. Zouden ze iets tegen les flamands hebben?

vrijdag 2 oktober 2009

29 september

(klik op de foto voor vergroting)

Le français sans peine

Wie rond de Etang de Thau een woordje mee wil praten over oesters en mosselen, kan best eerst thuis wat oefenen. Voor de spiegel met een spiekbriefje, dan zonder spiegel, dan zonder briefje. Dat gaat daar over de culture conchylicole, met name de ostréiculture en de mythiliculture. Wat ook helpt is een bezoek aan het Musée de l’Etang de Thau in Bouzigues, waar de werken van vissers en schelpdierentelers met een ontmoedigende grondigheid worden getoond en uitgelegd.

Zo is er een lijst te zien uit het departementaal archief met de namen van alle mannen die in het begin van de 18e eeuw in Bouzigue visten of er een boot hadden. De lijst geeft niet alleen de naam van de betrokkene, maar ook zijn godsdienstige gezindheid en een summier zedelijk portret. Dat gaat zo:

Guillaume Simounet, ancien catholique, vieux et de bonnes moeurs; Jean Meisonier, ancien catholique, jeune homme tranquile; Jean Vidal, ancien catholique, un peu débauché, mais point dangereux; Estienne Valentin, ancien catholique, yvrogne, mais peu entreprenant, enzovoort. Pierre Meisonier, dit l’aigle, is ‘hardy et ayant l’esprit un peu dérangé’. Ancien catholique zijn ze allemaal.

Un peu dérangé. Gelukkig leer je in het museum ook hoe dat nu gaat met die oesters. Het zit goed in elkaar, hoe ze de oesters per drie met een toefje mortel uit een spuitzak aan de cordes vastmaken, al kun je niet van een groot rendement spreken als uit een miljoen larven maar een klein dozijn nieuwe oestertjes komen. OK, bij mensen is het nog bedroevender. Maar mensen zijn geen hermaphrodites cycliques.

Intussen ben ik er nog altijd niet aan gewend dat een Fransman die Elle est bonne! zegt, het over de temperatuur van het water heeft. Elle est froide! Elle est chaude! Elle est un peu fraîche!


vrijdag 25 september 2009

23 september


Sinds kort weet ik hoe het geluid heet dat je hoort als je in Mèze op een bankje bij de waterkant aan de Etang de Thau naar de bootjes zit te kijken: le clapotis paresseux des vaguelettes. Inspecteur Lester hoorde het ook toen hij ging zitten op een bank bij het meer van Genève. Dat was op pagina 370 van het boek dat ik in Marseille voor 3 euro gekocht heb en waar ik nog een hele tijd zoet mee ben. Het telt meer dan 600 pagina’s en is ook nog in het Frans. Een euro voor 200 pagina’s, dat is een halve cent per pagina. Waar ik vandaan kom heet zoiets een batje.
Mijn boek heet Les enquêtes de l’inspecteur Lester en is van Pascal Lainé, die in 1971 de Prix Médicis gewonnen heeft, en in 1974 de Prix Goncourt, waaruit mag blijken dat hij ook serieuze dingen kan schrijven. De vier enquêtes in het boek zijn niet serieus: de malle inspecteur en zijn grollen over de Japanners, de Afrikanen, de Engelsen, de Zwitsers en een enkele keer de Fransen zelf, over het rijk volk, de toeristen, de oudjes, de pastoors en hun bondieuseries, evenmin als de knotsgekke plots.
Het lijk in het bad in Plutôt deux fois qu’une heeft een half dozijn moordenaars. De eerste komt te vroeg (met het mes), de tweede doet het (met vergif), de derde denkt dat hij het doet (door verdrinking), de twee volgende komen nog meer te laat (met de haardroger), en de slimste, die de moord het eerst had gepland, heeft haar vergiftigde pralines uiteindelijk niet meer nodig.
Meestal slaag ik er net in het verhaal te volgen, al is het me lang niet altijd duidelijk of de inspecteur nu ja of nee knikt, of hij geamuseerd of verbolgen kijkt, en wat nu precies die grelots zijn die Mrs Dupont in Trois petits meurtres et puis s’en va aan de polsen van het lijk heeft vastgemaakt, zodat het ongeluk er als een moord uit zou zien. Het helpt niet dat ik mijn Frans-Nederlandse Prisma thuis heb laten liggen en dat de digitale Van Dale samen met de rest van mijn harde schijf gecrasht is in de Charente Maritime. Maar wat ik wel versta is leuk genoeg.

‘Vous aimez mes Baigneuses?’ glimlacht de Zwitserse bankier. ‘J’ai un faible pour Cézanne’.
‘Moi, ce sont les chocolats’, zegt inspecteur Lester.

maandag 21 september 2009

19 september


Vandaag met mijn gade door Sète gelopen. Dat was eerder al een keer gebeurd, 37 jaar geleden. Toen waren onze twee kinderen erbij. De oudste had net zijn eerste verjaardag gevierd, in een tent in het nabije Agde. Hij reed nu voor ons uit in zijn poussette. De tweede verplaatste zich nog per baarmoeder, en zou pas zeven maanden later onthullen dat hij ook een zoon was.
Mijn zwangere gade voedde zich in die dagen grotendeels met oesters en petit beurres, omdat zij, geplaagd door abcessen op haar tandvlees, niets harders kon verbijten, en bovendien, zwanger zijnde, de abcessen niet met antibioticum mocht bestrijden.
Al het voorgaande en nog veel meer kwam ons vandaag weer voor de geest, terwijl we nog eens door Sète liepen, mijn gade en ik.

18 september


De Cours Julien en omgeving moet een van de dikst onder de graffiti bedekte buurten van Marseille zijn, en mogelijk van heel Frankrijk. Geen vierkante centimeter bloot oppervlak is er aan de spuitbus ontsnapt. Ook niet de tuigen van het speeltuintje, waar de mama’s na schooltijd hun kindjes naar toe brengen. Er zijn een paar kleine vijvertjes, vol vrolijk dobberende drankblikjes en enge plastic zakken. Het straatvegen wordt hier met weinig ijver beoefend. Op zo’n plek speelt de wet van de achterwaartse lelijkheid: als iets lelijk genoeg is, wordt het weer mooi. De Cours Julien, de trap naar en de passerelle over de Cours Lieutard en de rue d’Aubagne zijn een feest voor het oog. De bezoeker kiest een van de vijf stoeltjes tegen de gevel van Bar le Freeway, en kijkt.

15 september


In Aix-de-Provence, op de Place Richelme, spreekt een onbekende heer mij aan. Wij staan te kijken naar een winkeltje, waar je allemaal metalen plaatjes kunt kopen met grappige dingen erop over katten. ‘In weerwil van wat lijkt’, staat er op eentje, ‘is deze kat wel degelijk wakker’. ‘Chat féroce’, zegt een ander, of was het ‘farouche’. Ik zou er wel eentje kopen, maar ze kosten 17 euro, en dat vind ik te veel. Horend dat ik uit België kom, vertelt de man dat hijzelf van Duinkerke is. Voor zijn werk is hij vele jaren geleden al hier komen wonen. Dan boft hij wel, vind ik, maar dat wil hij niet gehoord hebben. ‘Au nord’, zegt hij, ‘les gens ont mauvaise caractère, mais le coeur bon’. In het zuiden is dat anders. ‘Ils vous ouvrent leurs bras, mais ne les ferment jamais’. Het wordt nooit wat tussen zuid en noord, maar dat wisten we al.
Een alleraardigste Limburgse dame is inmiddels Marseille gaan bekijken. ‘Ik zal maar zeggen wat ik ervan denk’, zegt ze na afloop. ‘Het is een vuile stad’. Dat heb ik nog al gehoord. Toen ging het over Luik. Tja, dan moet je naar Aix gaan. Daar hebben ze de hele stad onder de eet- en drinktafeltjes bedekt, en die worden na elke klant weer keurig schoongeveegd.

vrijdag 11 september 2009

10 september






Waarom poten wij in ons deel van de wereld op elke bult die zich ook maar even boven het landschap verheft een kruis neer? Maken wij in streken waar zulke bulten zeldzaam zijn dan maar torenhoge bouwsels, met nog eens een toren erop, en daar bovenop: een kruis? Bij Aix-en-Provence, vlakbij het plaatsje Beaurecueil, in de Montagne Sainte-Victoire, staat la Croix de Provence, 940 meter boven de Middellandse Zeespiegel. Een potig smeedijzeren kruis op een hoge stenen sokkel.
En als ik dan toch een wandeling maak, waarom kies ik dan die die naar dat kruis loopt? En als ik dan toch boven op de berg sta, en ik maak er wat foto’s, waarom ook een van la Croix de Provence? Al heb ik er onderweg al drie of vier gemaakt, foto’s van de naderende top, met telkens dat kruis steeds groter erop? Het is al goed dat ik niet met de zelfontspanner overweg kan, of ik had nog een foto gemaakt waar het kruis en ikzelf samen op stonden, ten bewijze van mijn volbrachte kruistocht. Hoeveel volle aflaten zou dat zijn?

Inmiddels gelezen, van Khaled Hosseini: De vliegeraar (The Kite Runner), een aangrijpend, kunstig opgebouwd, net iets te lang boek over het verdriet van de Afghanen, waarin Baba tegen zijn zoontje Amir zegt wat hij van de mullahs denkt: ‘Pis op de baard van al die intolerante apen’. Dat was voor de intocht van de Talibs. De moeizame omgang van Baba met Amir, en van Amir met Baba, vond ik het mooiste in De vliegeraar. Wat is dat toch met die vaders en zonen?

(Met dank aan V)

zondag 6 september 2009

1 september


Voor wie op vakantie graag leest, kan het nuttig zijn een boekenlijstje aan te leggen. Zelf werk ik aan een lijst van boeken die met alle macht uit de vakantielectuur geweerd moeten worden. Vandaag de letter A:
Amis, Martin: Dead Babies.
Dit is een waardeloos boek! Ik kan het weten, want ik heb het twee (2) keer gelezen. Bij de tweede lectuur had ik snel weer door dat het niets werd, maar helaas was ik ook de ontknoping vergeten. Ik dus met almaar toenemende weerzin tot de laatste pagina doorlezen, waar eindelijk blijkt wie Johnny is. Die Johnny duikt pas halfweg het boek (p. 95) zonder goede reden op, en de vraag ‘Wie is Johnny?’ wordt geacht het onwaarschijnlijk slome (en onwaarschijnlijke) verhaal wat spankracht te geven. Is Andy Johnny? Is Skip Johnny? Is Keith misschien Johnny? Geen mens die het wil weten, of het zou Martin Amis zelf moeten zijn. Waar het boek verder over gaat wil ook niemand weten, of het zou Martin Amis zelf moeten zijn. Mocht iemand overwegen om, tegen mijn advies in, Dead Babies toch te gaan lezen: Quentin is Johnny. Laat maar zitten dus. Doe liever London Fields bij het reisgoed.

dinsdag 25 augustus 2009

23 augustus



(foto: tijdelijk huisdier Tegeltje)


Nu al een paar avonden, als ik buiten zit te lezen in het licht van de looplamp, krijg ik gezelschap van een egeltje. Hij komt goed hoorbaar van achter mijn stoel aangeschuifeld, en loopt recht naar de vuilnisemmer toe, op zoek naar iets eetbaars. De eerste keer zal het de geur wel geweest zijn die hem aantrok, maar sinds dan ligt er altijd iets lekkers voor hem klaar. Twee gekookte aardappeltjes, een stukje brood, wat witloof. Gisteren zaten we er weer. Ik met Short Cuts van Raymond Carver, hij met zijn patatjes. Een vrediger tafelereel zul je niet gauw aantreffen aan deze kant van de Loire. Toen kwam met veel geraas een helicopter landen bij het ziekenhuis geen honderd meter hier vandaan. Daar schrokken wij beiden van. Ik keek van mijn boek op, het egeltje verdween onder de caravan. De helicopter bleef achter de bomen onzichtbaar.

Die verhalen van Raymond Carver zijn zeer de moeite waard. Harde, uitgepuurde classics, zoals de Amerikanen die kunnen maken.


Two things are certain: 1) people no longer care what happens to other people; and 2) nothing makes any real difference any longer. Look at what has happened. Yet nothing will change for Stuart and me. Really change, I mean. We will grow older, both of us, you can see it in our faces already, in the bathroom mirror, for instance, mornings when we use the bathroom at the same time. And certain things around us will change, become easier or harder, one thing or the other, but nothing will ever really be any different. I believe that. We have made our decisions, our lives have been set in motion, and they will go on and on until they stop.’ (So Much Water So Close to Home)


Patti said, “Vitamins”. She picked up her glass and spun the ice. “For shit’s sake!” she said. “I mean, when I was a girl, this is the last thing I ever saw myself doing. Jesus, I never thought I’d grow up to sell vitamins. Door-to-door vitamins. This beats all. This really blows my mind”.

“I never thought so either, honey,” I said.

“That’s right,” she said. “You said it in a nutshell”.

“Honey”.

Don’t honey me,” she said. “This is hard, brother. This life is not easy, any way you cut it.” (Vitamins)


Raymond Carver, Short Cuts, Selected Stories


(Groeten voor M uit V)

10 augustus




Gezien in Laurac-en-Vivarais: de jaarlijkse course aux ânes. Een gemoedelijk gebeuren, waar gesponsorde teams (team Chez Louis, team Intermarché) hun ezel met jockey tot stappen en, in het beste geval, tot lopen trachten aan te zetten. Het publiek zet geld in, applaudisseert, en slaat elkaar met voorspelbare ezelsgrappen om de oren. Er is zelfs een winnaar, al let niemand daar echt op. Toch eens wat anders dan de rat race waar veel van de kijkers-vakantiegangers hier een paar weken uit willen stappen.

13 augustus

Terwijl ik vakantie hield en deed alsof de rest van de wereld er niet was, rukte de varkensgriep verder op. Bij mijn terugkeer hielden ze mij tegen aan de grens. Gesloten voor uitheemse virusdragers. Na enig palaveren kon ik wel binnen bij Givet, maar dan stopten ze mij bezuiden Brussel, waar Friese ruiters waren opgesteld. Erachter stonden drommen Vlaams-Brabanders uit de Rand met spandoeken: ‘Ziek volk buiten!’ Mijn bloed moest eerst onderzocht. Pas dan mocht ik weer thuis bij mijn Eigen Volk.

zaterdag 25 juli 2009

25 juli

T’Arrête, canaille! Viens ici! Canaille is de hond die mij aanblaft als ik probeer uit het water te stappen. Hij loopt daar wat rond op de oever en ambeteert de mensen. Dat kun je niet doen: n’embête pas les gens is in Frankrijk de eerste en de laatste gedragsregel. Mensen die hun hond Canaille noemen hebben mijn volle sympathie. Zij getuigen van veel inzicht in de aard van het beest. Wat mij betreft mogen morgen alle honden zo heten. Dan kunnen we dat woord ‘hond’ meteen ook afschaffen.

19 juli

Uitgelezen: Vreemd land, van Jhumpa Lahiri, een vertaling uit het Engels (Unaccustomed Earth). Acht verhalen over moeizame relaties, tussen vaders en kinderen (de vaders zijn afstandelijk of afwezig), tussen broers en zussen, moeders en dochters, stiefmoeders en -zonen, geliefden en verloofden, echt- en huisgenoten, vaderlanden en eetgewoontes. Er wordt flink wat heen en weer gemigreerd tussen Calcutta en Cambridge, Massachusetts. Er wordt volop gestudeerd en gedoctoreerd, gedoceerd en gepromoveerd.
In weemoed en ongrijpbaarheid, verlangen en onvermogen gedrenkte verhalen, op vele plaatsen jammerlijk afgeremd door Jhumpa Lahiri’s ijver om het allemaal erg juist te hebben. Als Hema inkopen doet voor het avondeten, dan in een alimentari aan de Via dei Giubbonari in Rome, en wat zit er in haar tas? Een krop sla, een pak spaghetti, en champignons en room voor de saus. Gaat het kleintje uit het bad, dan moet eerst de rubber stop uit het afvoergat van ‘de van klauwpoten voorziene badkuip’.

(Met dank aan M)

zondag 19 juli 2009

16 juli

Via lata gradior
more iuventutis,
inplicor et vitiis,
immemor vertutis,
voluptatis avidus
magis quam salutis;
mortuus in anima,
curam gero cutis*.

In een vroeger leven heb ik nog zes jaar lang Latijn geleerd. Veel blijft daar niet van over. Het weinige dat ik nog ken komt niet uit die lessen, maar uit de katholieke liturgie. Het is wat echte latinisten geringschattend kerklatijn noemen. Daar had je geen school voor nodig: het werd met de moedermelk der heilige Roomse kerk toegediend. Maar gisteren zat ik op het plein voor de kathedraal van de goede stad Mende naast het standbeeld van paus Urbanus V te luisteren naar de Carmina Burana, en daar bleek dat ik hele flarden van dat zeer onkerkelijke Latijn nog gewoon mee kon zingen. Dat kwam omdat ik die carmina in mijn schooltijd ook nog gezongen heb, ik geloof als alt, in het koor van mijn katholieke college. Dat een goed deel van de liedjes zich vrolijk maakt over de kerk en haar moraal (en haar personeel), en veeleer de liefde en de drank bejubelt, werd er mij indertijd niet bij verteld.

*Mijn pad is breed / zoals dat gaat als je jong bent / ik laat me gaan in mijn ondeugd / de deugd vergeet ik / meer wenkt mij de wellust dan het zieleheil / mijn ziel is dood / alleen mijn vel beroert mij.

(Gelukkig was er een Franse vertaling in de concertbrochure.)

10 juli

Waarom laten mensen hun zuur gebouwde en vaak niet afbetaalde woning met dubbel glas en zonneranda in de steek om in een tent of een rollende keet te gaan hokken op een wei in het buitenland? Campingbewoners zijn zeer talrijk in deze tijd van het jaar, en een enkele keer wil iemand wel eens op ze neerkijken. De fijne nuance tussen een nette reiziger in een gerieflijke caravan en een gure zwerver in een slonzige woonwagen ontgaat nogal wat waarnemers, die zelf hun vakantie liever op hotel doorbrengen. Het ene hotel is het andere niet, natuurlijk, maar er ligt wel een matje op de vloer, en er is personeel waar men als dat zo uitkomt al eens pissig tegen mag doen. Als het er echt om gaat kan overigens niemand van zo hoog op vakantiegangers neerkijken als de autochtone horeca zelf.

dinsdag 7 juli 2009

7 juli


(Foto: De kleur groen)

Ik haal hem uit het doosje en installeer meteen de twee bijgeleverde AA-batterijtjes. Dan pak ik de gebruiksaanwijzing, maar zie: nog voor ik die opengevouwen heb, heeft hij alles zelf gedaan, de réveil radioguidé die mijn gade bij Lidl heeft aangeschaft (voor 5,99 €). Het is een door een zender gestuurde wekker die naast datum en tijd ook de temperatuur weergeeft, in Celsius en Fahrenheit. Mijn gade weet graag hoe laat, maar vooral hoe warm het is. (Het is 24.7°C of 76.5°F). Radioguidé wil dus zeggen dat de wekker zichzelf aanzet, en meteen de juiste tijd en datum laat zien. 6-7 staat er: we zijn zes juli. Of bedoelt hij zeven juni? Wellicht niet. Als de tijd klopt (het is 14:24 uur), dan de datum vast ook.
Datums zijn niet meer wat ze waren. Mijn goeie overbuur bijvoorbeeld verjaart op elf september. De elfde van de negende maand is dat, of 11-9. Tenminste, zo was dat. Nu zijn er die zijn verjaardag twee maanden op willen schuiven, naar november. De negende, om precies te zijn. Hij moet vieren op 9-11. Vroeger was dat al bij al een gewone dag, al durfde mijn buur op z’n verjaardag zijn voortuintje wel eens in een terrasje ombouwen en met z’n gabbers een jazzconcert weggeven op z’n balkon. Dat is niet langer gepast: op nine eleven,
zo beweert menig cafébezoeker, is de wereld veranderd. Dat zal wel. Op eleven eleven ook. Mijn verjaardag zou zelfs van hartje zomer naar zeven december moeten verhuizen. Na het vertrek van Sinterklaas, zowat de triestigste dag van het jaar.

(Met dank aan G voor de goede zorgen)